Minder Hinder door slimme inzet data

Zonder data geen verkeersmanagement, weten de lezers van ons blad. Maar net zo goed geldt: zonder data geen hinderaanpak. Job Birnie en Martijn de Kievit van Goudappel beschrijven in deze bijdrage hoe je mobiliteits- en verkeersdata slim kan inzetten voor minder hinder bij wegwerkzaamheden.



Het Kader Hinderaanpak bij werkzaamheden steunt op drie pijlers: Slim Plannen, Slim Bouwen en Slim Reizen. Maar wat is slim? Het veronderstelt in ieder geval inzicht. Je moet snappen welke verkeersstromen en weggebruikers te maken krijgen met de werkzaamheden. Welke hinder ze gaan ondervinden. Welk handelingsperspectief ze hebben. Enzovoort.

Tot begin deze eeuw was dit inzicht hooguit globaal en kw alitatief, vooral gebaseerd op de kennis en ervaring van de betrokken wegbeheerders. Maar inmiddels zijn er mobiliteits- en verkeersdata te over om tot ‘inzicht’ en ‘slim’ te komen. In dit artikel stippen we kort aan welke data hoe gebruikt worden om de hinder door werkzaamheden te reduceren.1We baseren ons in dit artikel op onze ervaringen in projecten van Goudappel. De inzichten zijn echter breed toe te passen. We kijken daarbij naar drie fasen in het wegwerkproces: voorbereiding, uitvoering en evaluatie.

VOORBEREIDING

Om een hinderaanpak uit te werken – denk aan geschikt verkeersmanagement, de juiste omleidingen en mitigerende maatregelen op die omleidingen – heb je allereerst een goed beeld nodig van de verkeerssituatie in het gebied. Twee bronnen bieden hiervoor de basis. Dexter van het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW) geeft toegang tot intensiteiten, snelheden, reistijden en tijd-weg-diagrammen van de rijkswegen, deels gebaseerd op floating car data. Het portaal TomTom Move leunt geheel op floating car data en biedt de herkomsten en bestemmingen van verkeer op een weg of van een gebied. Ook kun je via dit portaal historische reistijden en aantallen opvragen.

Deze bronnen geven een scherp beeld van het verkeer in de ‘nulsituatie’. Door de data aan een verkeersmodel te koppelen, is goed te bepalen hoe dat verkeer zich over het wegennet zal verspreiden tijdens de wegwerkzaamheden. Dat kan aan de hand van wat als-vragen: wat als we twee rijstroken openlaten, wat als we déze omleidingsroute kiezen, wat als we deze verkeersregelinstallatie tijdelijk zo aanpassen enzovoort. Een voorbeeld van een model dat geschikt is voor wat-alsen, is het Multimodaal Voorspellend Verkeersmodelsysteem (MVVS) dat Groningen Bereikbaar momenteel gebruikt. Het is eigenlijk een ‘operationeel’ model, zie verderop, maar kan goed in de voorbereiding worden ingezet.

Door de data aan een verkeersmodel te koppelen, is goed te bepalen hoe dat verkeer zich over het wegennet zal verspreiden tijdens de wegwerkzaamheden.

In de auto
Voor de juiste keuzes betreffende Slim Reizen moet je echter ook ín de auto kijken. Wie zijn die automobilisten die normalter over het hindertraject rijden, wat is hun verplaatsingsgedrag, wat hun handelingsperspectief? De Leidraad reizigers en omgevingsanalyse, onderdeel van het eerdergenoemde Kader Hinderaanpak, helpt hierbij: ze beschrijft stapsgewijs hoe je dit type vragen kan beantwoorden.

Voor het bepalen van de doelgroepen of reizigersprofielen kun je bijvoorbeeld teruggrijpen op rekenregels uit verkeersstromen, van het type ‘autoritten korter dan 15 km kunnen ook met de fiets’. Soms zijn reizigersenquêtes nodig. Maar veel informatie is ook op te halen uit het Nederlands Verplaatsingspanel, NVP. Deze databron maakt zichtbaar wie welke verplaatsingen met welk doel maakt. Omdat de persoonlijke achtergrondkenmerken van de panelleden bekend zijn, is ook duidelijk welke alternatieven de (mogelijk gehinderde) automobilisten hebben voor de auto. Zo hebben we in een onderzoek naar de A50 Apeldoorn en Zwolle met het NVP kunnen onderbouwen dat voor 10 procent van de weggebruikers daar de fiets of het openbaar vervoer een realistisch alternatief is.

UITVOERING

Tijdens het werken aan de weg zelf zijn data vooral belangrijk om een vinger aan de pols te houden. Zijn bijvoorbeeld de vertragingen conform de verwachtingen? Hoe staat het met de intensiteiten op de omleidingsroutes? Zijn daar (extra) mitigerende maatregelen nodig?

Een uitdaging in deze fase is om het overzicht te bewaren: een verkeersdashboard met de belangrijkste verkeersparameters is dan geen overbodige luxe. Voor de werken aan de A27 tussen Houten en Hooipolder hebben we zo’n dashboard ontwikkeld voor Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en aannemers, gebaseerd op NDW-data aangevuld met tellingen. Het toont de huidige verkeersdrukte, snelheden en reistijden op meer dan 400 routes, en visualiseert deze gegevens op kaart. Ook terugkijken naar bijvoorbeeld gistermiddag route X of de afgelopen drie maanden route Y is mogelijk. Maar het voornaamste is natuurlijk dat de verantwoordelijke partijen goed zicht houden op de actuele situatie in het gebied.

Data plus model
Wil je ook kunnen vooruitkijken, dan kun je ook hier data koppelen aan verkeersmodellen. Dat is onder meer mogelijk met OmniTRANS Realtime. Dit platform biedt een overzicht van de actuele verkeersdrukte en doorstroomsnelheid op het wegennet, maar kan ook de situatie tot 30 minuten vooruit berekenen.

Het eerder genoemde MVVS draait op dit platform. Dankzij het vooruitkijken kan Groningen Bereikbaar (hinderaanpak-) scenario’s triggeren op de verwachte verkeerssituatie en het verkeer proactief managen. Doordat het systeem ook informatie geeft over de actuele posities van bussen, inclusief hun vertraging of voorsprong op de dienstregeling, kan Groningen voor dit belangrijke alternatief de hoogste kwaliteit aan reizigers bieden.

EVALUATIE

Dan de fase evalueren. Met een duik in de data van de afgelopen hinderperiode leg je een basis voor betere beslissingen in een volgend project. Denk aan vragen als: Wat was de impact van onze werkzaamheden? Hebben de verkeersmanagementmaatregelen effect gehad? In hoeverre zijn weggebruikers slim gaan reizen? Wat betekenden de werken voor de omliggende wegen? Bleef de veiligheid van fietsers en voetgangers daar op peil? Enzovoort.

Voor de antwoorden hierop moet je een verscheidenheid aan (historische) databronnen raadplegen. Ieder project is weer anders, maar om een idee te geven pakken we een case van najaar 2023 erbij: de evaluatie van groot technisch onderhoud aan de Vlaketunnel en het Dampoortaquaduct in Zeeland. Tijdens dit onderhoud moesten de tunnel en het aquaduct enkele dagen dicht.

Voor de evaluatie hebben we via Dexter intensiteiten, snelheden, reistijden en tijd-weg-diagrammen van de rijkswegen opgevraagd. In ruimte en tijd heb je hiermee een redelijk dekkende dataset. Van de omliggende provinciale en gemeentelijke wegen hebben we telcijfers, ook van NDW, aangevuld met VRI-data en slangtellingen. Ook hier hebben we de data uit al die bronnen samengebracht in een dashboard dat alle betrokkenen snel overzicht en inzicht in de effecten bood.

Met het TomTom Move-portaal hebben we onder meer bepaald welke routes het uitwijkend verkeer volgde en of dat zoals bedoeld was. Een aandachtspunt is dat TomTom Move in feite een steekproef biedt (van alleen TomTom-gebruikers) – en bij kortdurende werkzaamheden is de dataset dan vanzelf relatief klein. Maar de data zijn op z’n minst indicatief en in combinatie met inzichten uit andere databronnen zeker bruikbaar.

Met de historische reistijden en aantallen in het TomTom Move-portaal konden we ook de situatie mét en zonder wegwerkzaamheden vergelijken. De dekking in ruimte en tijd is goed, maar opnieuw geldt dat je naar een steekproef van het verkeer kijkt en extra onderbouwing nodig blijft.

Inzichten
Welke inzichten heeft onze evaluatiestudie naar de effecten van een volledig afgesloten rijksweg bij de twee tunnels in Zeeland opgeleverd? We noemen de belangrijkste:

  • De vertraging is vooral groot als de restcapaciteit op de omliggende wegen beperkt is.
  • De neiging om uit te wijken naar grootschaligere omleidingsroutes neemt toe bij grotere hinder: bij de drukke Vlaketunnel tot wel 25%, bij het rustiger Dampoortaquaduct 10%.
  • Het aandeel van het verkeer dat de auto heeft laten staan, is groter bij grote hinder: 35% bij de Vlaketunnel, 25% bij het Dampoortaquaduct.

Tot slot
Nederland beschikt over een schat aan verkeers- en mobiliteitsdata. In combinatie met de juiste modellen maken die het mogelijk om bij elk vervangings- en renovatieproject slim te plannen, bouwen en reizen, precies zoals de Hinderaanpak voorschrijft. Laten we die kansen ook vooral benutten!

____

De auteur
Ir. Job Birnie en Martijn de Kievit MSc. zijn respectievelijk senior adviseur Verkeersmanagement en consultant Smart Mobility en Data bij Goudappel.