Column Frits Brouwer:
De organisatorische dilemma’s van floating car data

Dit themanummer van NM Magazine staat in het teken van floating car data, FCD. Directe aanleiding is het symposium over dit onderwerp dat NDW eind vorig jaar samen met NM Magazine heeft georganiseerd. Mij is gevraagd om als directeur van NDW een ‘beschouwende column’ te schrijven over FCD. Die mogelijkheid grijp ik natuurlijk graag aan! Omdat de geweldige kansen die FCD bieden elders in dit nummer al genoeg aan bod komen, richt ik me op iets specifieks: de organisatorische uitdaging van FCD.

Wat is die organisatorische (bestuurlijke) uitdaging dan? Wel, nieuwe technologische mogelijkheden leiden ook weer tot nieuwe dilemma’s. Zo koopt NDW nu voor meer dan 50.000 km weg FCD in de vorm van gemiddelde snelheden in, op basis van segmenten van 50 meter. Dat betekent dat er voor elk wegsegment waar per minuut ten minste één auto met een geschikte app rijdt, er een meetgegeven is. Dat is prachtig natuurlijk, maar als je even uitzoomt naar heel Nederland, dan begrijp je dat we het hier echt over Big Data hebben. De wegbeheerders willen echter vooral over reistijden beschikken voor verkeerskundig relevante en dus langere trajecten. Reden voor de NDW Uitvoeringsorganisatie om uit die 50 meter-snelheidssegmenten meteen ook maar trajectreistijden te berekenen.

Dan is er nog het dilemma van de open data. NDW koopt floating car data onder licentie in voor haar partners, de wegbeheerders. ‘Onder licentie’ betekent dat het een product is dat al door marktpartijen wordt gegenereerd, ongeacht of daar opdracht door overheden aan wordt gegeven. Hierin verschillen FCD wezenlijk van wegkantsystemen die specifiek in opdracht van de overheid worden geplaatst. Waar de data uit wegkantsystemen hierdoor vanzelfsprekend open data zijn – het zijn immers gegevens van, voor en door de overheid – zijn FCD dat zeker niet. Hoe daarmee om te gaan? Welke gegevens op basis van FCD maak je beschikbaar als open data? Er zijn drie opties.

Optie 1 is dat FCD niet beschikbaar worden gesteld als open data. Dat is voor NDW het goedkoopst, maar het zou er wel toe leiden dat er binnenkort beduidend minder open data beschikbaar komen voor serviceproviders dan nu het geval is. Het punt is dat bijvoorbeeld provinciale wegbeheerders relatief weinig gebruik maken van wegkantsystemen. Als we dan FCD als open-databron zouden schrappen, weten serviceproviders niet meer wat er op die wegen speelt.

Optie 2 is juist dat álle 50 meter-snelheidssegmenten vrij worden gegeven. Dat is de duurste licentie voor NDW. Het zou er bovendien toe leiden dat de andere FCD-leveranciers nauwelijks nog iets zouden verkopen – er zijn immers al detailgegevens beschikbaar als open data.

Optie 3 is dat we er ergens tussenin gaan zitten. Dit laatste heeft NDW gekozen: we stellen alleen de berekende reistijden beschikbaar als open data. Het gaat dan specifiek om de data die de wegbeheerders (NDW-partners) zelf willen hebben vanuit hun verkeerskundige taken.

Is dat de juiste keuze? Wij vinden uiteraard van wel. Maar ik ben oprecht benieuwd of de lezers van NM Magazine nog argumenten zien om in de toekomst wellicht een andere keuze te maken.

_____

Frits Brouwer
Directeur NDW