Nog niet zo lang geleden waren het vooral onze verplaatsingen die verkeerskundig en maatschappelijk gezien voor problemen zorgden. Files, geen zitplaatsen in het openbaar vervoer, te weinig stallingplekken voor fietsen – dat soort ellende. Hoe anders is dat nu. Inmiddels lijkt de niet-verplaatsing het grote probleem te zijn. Zo’n niet-verplaatsing is een verplaatsing die we pre-corona nog wel maakten, maar nu niet meer Bijvoorbeeld omdat we (noodgedwongen) veel vaker vanuit huis werken.
Maar is het echt een ramp als we het wat rustiger aan doen met verplaatsen? Natuurlijk niet. Vijftien jaar geleden al kon je in veel beleidsstukken lezen over deze hoopvolle ‘flankerende maatregel’, toen nog telewerken genaamd. Maar nu het thuiswerken door corona écht van de grond is gekomen, hebben we kunnen ervaren wat die maatregel – en daarmee: het niet-verplaatsen – de maatschappij oplevert.
Geen reistijdverlies bijvoorbeeld. Geen files en voertuigverliesuren. (Wat een efficiency!) Maar ook: veel minder uitstoot. We halen plots belangrijke onderdelen van onze klimaatdoelstellingen. En het gemak waarmee je een online webinar organiseert rondom welk onderwerp maar ook! Het aantal deelnemers is in principe onbeperkt. Afstanden doen er niet toe. Die videomeetings zijn de economische knooppunten nieuwe stijl. Onderwijs blijkt trouwens ook kinderlijk eenvoudig op afstand te kunnen plaatsvinden.
Dit alles is mogelijk door gebruik te maken van wat we inmiddels de vijfde modaliteit noemen: data. Wat een zegen dat we in Nederland de laatste jaren hebben geïnvesteerd in een goed functionerend internet-netwerk. We hebben daarmee geanticipeerd op het naderende kantelmoment, waar we momenteel ontegenzeggelijk in beland zijn. Veel verplaatsingen blijken hierdoor overbodig en kunnen worden gedaan met die nieuwe modaliteit: online dataverplaatsing.
De beschikbare voertuigen hiervoor (lees: softwareapplicaties) worden ook steeds geavanceerder. Het is allang niet meer ‘plat’ digitaal ontmoeten. Het zijn echte digitale bijeenkomsten, met mogelijkheden om de ‘hoofdzaal’ in kleinere groepen te splitsen. Ook een digitale borrel als afsluiting behoort tot de mogelijkheden.
Het is bijna niet meer voor te stellen dat we nog geen jaar geleden ons verplaatsten in een hopeloos ouderwets vervoersysteem van asfalt. Een verplaatsing naar een overleg of ontmoeting die zoveel efficiënter kan via de digitale snelweg. In dat opzicht lijkt de coronaperiode ons los te rukken uit een systeem dat we met z’n allen iets te krampachtig in stand hielden. Blijkbaar moet er eerst een ramp gebeuren, voordat we ons uit gewoonten en patronen kunnen bevrijden.
We moeten er met z’n allen wel aan wennen. Ons wordt iets ‘ontnomen’ waar we jarenlang aan gewend zijn geweest. Maar wie z’n thuiswerkplek een beetje voor elkaar heeft, moet ondertussen ook wel de voordelen zien van thuiswerken. Niet dat ik wil pleiten voor een permanente thuiswerkplek. Ontmoetingen tussen mensen zijn essentieel voor ons soort. Maar maakten wij niet heel veel onnodige verplaatsingen?
Terug even naar die maatschappelijke winst. Wat is eigenlijk de toegevoegde economische en ecologische waarde van de modaliteit niet-verplaatsing? Fundamenteel onderzoek hierover is mij nog niet bekend. En welke motieven liggen ten grondslag aan de keuze voor de modaliteit niet-verplaatsen? Wat betekent dit voor onze verkeerskundige prognosemodellen? Hoe modelleren we de vijfde modaliteit? Is er al onderzoek gedaan naar niet-verplaatsingsgedrag van mensen? Goed om hierover na te denken, want zoals Machiavelli 500 jaar geleden al zei: de ene verandering legt de grondslag voor de andere verandering. Er volgen nog veel meer kantelmomenten!
_____
Erik Wegh
Procesverkeerskundige