Meer dan 100.000 Oostenrijkers hebben afgelopen maand een ‘Klimaticket’ aangevraagd. Daarmee kunnen ze voor een jaarlijks bedrag van 950 euro – in Nederland kost zoiets meer dan 4000 euro per jaar – onbeperkt gebruikmaken van het openbaar vervoer. Het Klimaticket is een van de manieren waarmee de Oostenrijkse regering de klimaatdoelen wil halen.
Het Klimaticket zien we bij Vervoerregio Amsterdam als een gedurfd plan, dat in ieder geval twee dingen heel goed doet: het is een out of the box-plan dat om meerdere redenen het verschil maakt en het zet Oostenrijk tegelijk als ov-frontrunner op de kaart. Wenen leverde lokaal trouwens het bewijs dat het plan werkt met een eerdere versie van het Klimaticket: het aantal kaarthouders ging daar in drie jaar tijd het aantal geregistreerde auto’s in de hoofdstad voorbij.
In Nederland schiet men dit soort concepten al snel af vanwege de hoge kosten en de lage terugverdienkans. Terwijl het hier om een publieke voorziening gaat dat meerdere maatschappelijke doelen dient: naast de vergroting van bereikbaarheid, sociale inclusie, is reizen met het ov ook goed voor het klimaat en de leefbaarheid. Hoe meer mensen met het ov reizen, hoe minder uitstoot. We gaan zelfs naar compleet emissievrij ov in 2025.
In stedelijke gebieden zijn de voordelen van een modal shift van auto naar ov nog veel groter. Minder auto’s zorgt voor meer ruimte. Ruimte die gebruikt kan worden om te fietsen, te lopen, te recreëren of te spelen. Wat weer z’n effect heeft op de luchtkwaliteit en het welzijn in een stad of regio.
De schaarse ruimte zorgt trouwens ook voor een andere knellende discussie: het gebrek aan huizen. Vervoerregio Amsterdam pleit er al een tijdje voor om ‘woningbouw’ aan ‘infrastructuur’ te koppelen. In het stedelijk gebied kiezen we inmiddels bewust voor meer ov- en fietsinfrastructuur en een lagere parkeernorm. We staan niet alleen. Een flinke rij partners, zoals onze evenknie Metropool Regio Rotterdam-Den Haag, provincies, G4 en de Mobiliteitsalliantie, verkondigt deze boodschap ook al jaren. De sprong die de metropoolregio’s willen zetten in de bereikbaarheid met het openbaar vervoer heeft niet alleen meerwaarde voor de mensen die hier (komen) wonen, werken en naar school gaan, maar ook voor het klimaat en de leefbaarheid. Het klinkt zo logisch, maar vraagt wel een andere mindset dan het modelmatige businesscase denken waar we in Nederland zo goed in zijn.
De criticasters in Oostenrijk zijn bang dat het Klimaticket ten koste gaat van investeringen in infrastructuur. Ik zou het om willen draaien, door het nieuwe kabinet te vragen na te denken over een aantrekkelijk ticket om zoveel mogelijk mensen in het ov te krijgen. Vervoerregio Amsterdam wil meedenken en onderzoeken hoe we zo’n klimaatticket in Nederland kunnen introduceren. Als zoiets lukt, zijn alle investeringen in ov- en fietsinfrastructuur die we willen doen om nieuwe woningen bereikbaar te maken, maatschappelijk eerder de moeite waard – er wordt dan vanzelf goed gebruik van gemaakt. Daarmee creëren we de aantrekkelijke, prettig leefbare metropoolregio’s van de toekomst. En het is nog goed voor het klimaat ook.
____
Thea de Vries
Algemeen directeur Vervoerregio Amsterdam