Deelmobiliteit zou steden leefbaarder, schoner en toegankelijker kunnen maken. Toch is de markt voor deelmobiliteit nog klein. Hoe dat te veranderen? Waar liggen de kansen? Welke resultaten zijn mogelijk als we juist daar investeren in deelmobiliteit? Een nieuw prognosemodel moet beleidsmakers helpen om deze hoogst relevante vragen te beantwoorden.
De maatschappelijke uitdagingen rond klimaat, leefbaarheid en bereikbaarheid zijn groot in Nederland. Deelmobiliteit, hubs en mobiliteitsdiensten worden gezien als een interessante (deel-) oplossing hiervoor. Er zijn kansen in de stad, waar ruimte een probleem is, maar ook in de meer landelijke gebieden, waar afstand en ‘dunner’ ov spelen.
Toch is in de markt voor deelmobiliteit nog veel onbekend en onzeker. Zo weten we weinig over klantwensen, betalingsbereidheid, vraag en marktsegmenten, publieke randvoorwaarden en verdienmodellen. Door deze onzekerheden is de snelheid van ontwikkelen laag, de schaal klein en de mate van samenwerking gering.
Nieuw model
Om dit te verbeteren werkt Goudappel samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, gemeenten, mobiliteitsaanbieders en andere stakeholders aan een datagedreven prognosemodel dat vraag, aanbod en marktregulering voor deelmobiliteit bij elkaar brengt. Dit gebeurt binnen het Dutch Metropolitan Innovations (DMI)-ecosysteem voor duurzame verstedelijking en mobiliteitsvernieuwing.1Het DMI-ecosysteem is een samenwerking van bedrijfsleven, kennisinstituten, G40- en G4-gemeenten, provincies en de ministeries van IenW en BZK. Het is mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Groeifonds.[\mfn]
Met de data en het prognosemodel kunnen partijen steeds nauwkeurigere voorspellingen maken over de ontwikkeling van de markt voor deelmobiliteit en wat er nodig is om deze te versnellen. Op basis van zo’n analyse ontstaat vanzelf ook meer grip op deelmobiliteit: gemeentes maken slimmere beleidskeuzes en dienstenaanbieders kunnen hun voertuigen efficiënter inzetten.
Met het prognosemodel kunnen partijen voorspellingen maken over de ontwikkeling van de markt voor deelmobiliteit en wat er nodig is om deze te versnellen.
Systeem-dynamisch
Het prognosemodel is een systeem-dynamisch model dat de vraag in de tijd inzichtelijk maakt op basis van keuzes van consumenten, dienstenaanbieders en overheden, en de interactie tussen deze spelers. Aan de basis van het model staan causale relaties: wat is belangrijk bij het gebruik van deelmobiliteit en hoe beïnvloeden verschillende aspecten in het mobiliteitssysteem elkaar?
Door de snelheid van het model kunnen veel scenario’s in korte tijd worden geanalyseerd en kan onderzocht worden welke scenario’s de ontwikkeling van deelmobiliteit stimuleren en welke factoren bepalend zijn voor succes (en op welk moment). Denk aan een scenario met lage parkeernormen waarin het autobezit wordt ontmoedigd, of een scenario met beschikbaarheidsgarantie voor deelmobiliteit om de ontwikkeling te stimuleren. Het model maakt het mogelijk de combinaties van bevolkings- en omgevingskenmerken en mogelijke beleidsmaatregelen voor een gemeente, wijk, of buurt door te rekenen en kan zo de potentie voor deelmobiliteit bepalen en de aantrekkelijkheid van een locatie voor een hub in kaart brengen.
Vragen
Het prognosemodel helpt gemeenten en mobiliteitsaanbieders zo om veel praktische vragen te beantwoorden. Enkele voorbeelden:
- Hoe groot is de vraag naar deelmobiliteit in onze gemeente?
- Welk type deelmobiliteit moeten we aanbieden en in welke omvang?
- Wat zijn in onze regio goede locaties voor hubs?
- Welke andere vormen van mobiliteit vervang je met deelmobiliteit?
- Wat zijn de maatschappelijke baten van deelmobiliteit?
- Hoe met deelmobiliteit vervoersarmoede tegen te gaan?
- Wat werkt in onze gemeente het beste om deelmobiliteit te stimuleren?
Op dit moment gebruiken de ontwikkelaars het nieuwe model in een testcase met gemeente Zwolle. Binnen de ontwikkeling van het prognosemodel is echter ruimte om het model bij meer gemeenten in te zetten. De hoop is dat de belofte van deelmobiliteit zo extra snel kan worden ingelost.
____
De auteur
Drs. Guido Scheerder is adviseur Locatieontwikkeling bij Goudappel.