De opmars van de fiets: uitdagingen en innovaties

Donderdagmiddag 9 januari 2020 organiseerden de Dutch Cycling Embassy en de TU Delft een bijeenkomst over maatschappelijke uitdagingen en innovaties op fietsgebied. Onderzoekers, medewerkers van overheden en consultants praatten elkaar bij en wisselden ideeën uit.




Het gaat goed met de fiets, zo stelden de inleiders van de bijeenkomst tevreden vast. De toegenomen aandacht voor gezondheid, duurzaamheid, leefbaarheid en bereikbaarheid geven de fiets een stevige wind mee. Dankzij de e-bike en de speed pedelec gebruiken we de fiets voor meer type verplaatsingen en overbruggen we er grotere afstanden mee. Nieuwe deelfietssystemen zorgen er daarnaast voor dat de fiets makkelijker is in te passen in een multimodale reis.

Die wind mee leidt echter ook tot problemen, variërend van overvolle fietspaden tot zwervende deelfietsen in de binnenstad. Ook zijn de snelheidsverschillen tussen fietsers nu veel groter dan pakweg tien jaar geleden, wat de kans op fietsongevallen vergroot.

Mogelijke oplossingen
Hoe kunnen we in deze context het aandeel fiets verder verhogen en negatieve effecten beperken? Er kwamen technische innovaties aan de orde, zoals de aan het TU Delft ontwikkelde steer assist – zie de foto. Maar de sprekers stonden vooral stil bij ‘fietsverkeersmanagement’: route- en snelheidsadviezen. Er zijn verschillende factoren die bepalen of een route aantrekkelijk is. Die zijn deels persoonlijk (afhankelijk van het doel van de reis, de fysieke gesteldheid van de fietser en het type fiets), deels infrastructuurgebonden (verkeerslichten en hoogteverschillen) en deels dynamisch (drukte en weer). Door het routeadvies op al deze factoren aan te passen, maken we het fietsen aantrekkelijker, efficiënter én veiliger, zo werd betoogd. Denk aan het verleiden van de fietser om minder drukke routes te kiezen of het weren van (te) snelle fietsen op bepaalde trajecten.

Ook interessant zijn de lokale adviezen bij kruispunten, zoals een snelheidsadvies-voor-groen en informatie over de beste manier om een grote kruising te passeren (linksom of rechtsom). Computersimulaties laten zien dat we het aantal stops voor een verkeerslicht zo met 60 tot 70 procent beperken.

Data en communicatie
Voor die adviezen zijn wel goede fietsdata nodig. Hoewel er stappen zijn gemaakt, is van een groot deel van het fietsnetwerk nog steeds geen fietsdata beschikbaar. Een combinatie van tellussen, bluetooth- en wifi-systemen, video- en 3D-camera’s en gps kan uitkomst bieden. Informatie over de beleving van fietsers, de luchtkwaliteit, weersgesteldheid en stallingsmogelijkheden vormen daarop een belangrijke aanvulling.

Een ander punt dat aan de orde werd gesteld, was de communicatie van de adviezen. Voor sommige toepassingen is een fiets-DRIP een optie, maar routeadvies moet uiteraard persoonlijk worden verstrekt. Het gebruik van smartphones is hiervoor te onveilig: ook als deze op het stuur bevestigd is, leidt zo’n telefoon de fietser af. Wat is er visueel, auditief of zelfs haptisch mogelijk? Wat spreekt fietsers aan? En hoe zorg je ervoor dat ze de adviezen ook echt opvolgen?

Brainstormen
Het tweede deel van de middag waren er brainstormsessies over oplossingen en innovaties. Dit leverde levendige discussies en volle flip-overs met ideeën op. Er werd gepleit voor meer fietsruimte in de stad. ‘Fietspaden moeten standaard breder’, ‘We moeten veel meer fietsstraten (waar de auto te gast is) inrichten’, aldus de deelnemers. Er werd ook gediscussieerd over het probleem van grote en vaak te drukke fietsenstalling. ‘Werk een systeem uit waarmee je je fiets daar makkelijker terugvindt.’

De lezingen en brainstormsessies schetsten zo een treffend beeld van de staat van het fietsvakgebied: het gaat fantastisch, dat leidt tot problemen, maar daar verzinnen we wat op!

____

De auteurs
Lucas Harms is managing director van de Dutch Cycling Embassy.
Sascha Hoogendoorn-Lanser is director Automated Mobility en director van de UMO-stichting van de TU Delft.