Een busstation in het centrum van de stad inrichten betekent vrijwel altijd woekeren met de ruimte. Juist in het centrum – de ideale plek voor een OV-station – zijn de vierkante meters immers schaars. Hoe het busstation optimaal in te richten? Eén oplossing is om het ‘dynamisch’ te maken. De auteurs van deze bijdrage leggen uit welke rol ict speelt om van deze aanpak een succes te maken.
Dat het centrum een ideale plek is voor een groot OV-knooppunt is evident. Het stadscentrum is een populaire bestemming en dus een locatie met veel potentiële klanten. In combinatie met verkeersmanagement, goed parkeerbeleid en P+R-faciliteiten aan de rand van de stad, is een station in het centrum ook een prima instrument om het stadscentrum autoluw te houden en multimodaal reizen te stimuleren.
Maar in het centrum is het ook passen en meten. En zelfs áls er in principe voldoende ruimte is, zou je als stadsbestuur nog wel 101 andere bestemmingen weten voor de beschikbare meters. Enkele gemeenten, waaronder Amstelveen en Enschede, hebben daarom gekozen voor een dynamisch busstation. Een buslijn heeft dan niet zijn ‘eigen’ perron, maar krijgt er steeds een toegewezen. De reizigers worden middels grote overzichtspanelen en kleinere perronpanelen geïnformeerd over lijn, bestemming, vertrektijd en vertrekperron. Dankzij deze dynamisering kan het busstation af met minder perrons en dus met minder vierkante meters.
Onzekerheid
Tegenover het voordeel van het mindere ruimtebeslag staat wel het gegeven dat de dynamiek tot onzekerheid leidt: de reiziger én de buschauffeur moeten op zoek naar het juiste perron. Het verdelen van de bussen over een kleiner aantal perrons zorgt op zich al voor een complexe toewijzing waarbij bus 17 de ene keer op perron 1 en de andere keer op perron 3 stopt. Die onzekerheid wordt nog vergroot doordat er altijd wel voertuigen uitvallen, worden omgeleid, vertraagd zijn, een perron blokkeren enzovoort.
Om die onzekerheid te managen moet de wegbeheerder ervoor zorgen dat de juiste informatie op het juiste moment op de juiste (consistente, gebruiksvriendelijke) wijze aan de juiste belanghebbende wordt verstrekt. De reizigers moeten weten op welk perron hun bus X naar bestemming Y vertrekt. Het dynamische busstation beschikt daartoe over één of meer overzichtspanelen met de eerstvolgende bussen die op het station aankomen, met lijn, bestemming, vertrektijd en vertrekperron. Deze informatie moet enkele minuten van tevoren bekend zijn, zodat reizigers bijtijds naar het juiste perron kunnen lopen. Op de perrons zelf staan dan nog informatieborden over de bussen die van dat perron vertrekken.
Voor buschauffeurs is van belang dat zij exact weten op welk perron zij hun bus moeten laten stoppen. Sommige wegbeheerders gebruiken hiervoor ook informatieborden, die de chauffeurs bij het oprijden van het station aflezen. Omdat de buschauffeurs vaak al ogen tekort komen om op het (voetgangers)verkeer te letten, is dat echter niet altijd een geschikte oplossing. Beter is het als die informatie ruim van tevoren in-car wordt gepresenteerd, op gepersonaliseerde wijze (alleen het perron tonen waar de betreffende chauffeur naartoe moet).
De rol van ict
Het spreekt voor zich dat om het bovenstaande te realiseren, de component informatie- en communicatietechnologie essentieel is voor het welslagen van een dynamisch busstation. Het voert te ver om in dit artikel alle ins & outs van de ict van zo’n station te bespreken, maar aan de hand van bijgaand schema stippen we kort een aantal aandachtspunten aan.
> Draagvlak
Bij het opzetten van de juiste informatie- en communicatiestructuur zijn meerdere partijen betrokken. Het schema spreekt over vervoerders, dataverzamelaars, reisinformatieproviders en uiteraard zijn er de concessieverleners en de weg- en stationsbeheerder. Deze partijen hebben soms uiteenlopende belangen. Een voorbeeld: weg- en stationsbeheerders werken met het oog op de onderhoudskosten liever met in-car communicatie dan met aparte informatiezuilen voor de chauffeurs. Maar die aanpak vereist de medewerking van de vervoerders: hun bussen moeten wellicht aangepast worden om communicatie met de systemen van het busstation mogelijk te maken. De concessieverlener, die het verschil tussen exploitatiekosten en kaartverkoopopbrengsten moet subsidiëren, zou dit voor kunnen schrijven, maar heeft hier weinig belang bij omdat het openbaar vervoer dan duurder wordt.
Bij het opzetten van een dynamisch busstation zullen partijen dan ook samen moeten optrekken, om de verschillende wensen en belangen in één oplossing te kunnen vangen. Goede regievoering moet er daarbij voor zorgen dat de belangen van de genoemde partijen nooit ten koste gaan van de belangen van de reiziger.
> Gebruik koppelvlakken
Alle betrokken partijen hebben hun eigen systemen. De voor het busstation benodigde ict is dan ook geen op zichzelf staand systeem, maar onderdeel van een keten. Om de verschillende applicaties met elkaar te laten praten, worden standaardkoppelvlakken gebruikt. In Nederland zijn de koppelvlakken van BISON, het platform Beheer Informatie Standaarden Openbaar Vervoer Nederland, voorgeschreven: de blauwe lijnen in de figuur.
> De ict op het busstation
Zoals gezegd wordt er volop aangehaakt op andere systemen in de keten, maar de ict-voorzieningen op het busstation zal de wegbeheerder zelf moeten opzetten. Het gaat dan om onder meer het verwerken van de (geplande en daadwerkelijke) dienstregeling (‘Plan + Actueel’ in het schema), het op basis daarvan bepalen van een vrij perron en de communicatie van het resultaat. Dat laatste kan via de verschillende perron- en overzichtsdisplay(s) op het station, in-car aan de buschauffeur, maar ook via bijvoorbeeld apps of een website.
Tijdigheid is hierbij een voorwaarde. De informatie over een bus moet op tijd op de displays verschijnen, maar ook direct na het vertrek van de betreffende bus weer verdwijnen. Andere relevante informatie – zoals uitgevallen, aangepaste, omgeleide of extra ritten – moeten via de verschillende kanalen snel aan de reiziger worden gecommuniceerd.
> Testen
Om later niet voor onaangename verrassingen te staan, moet er een testaanpak worden uitgewerkt. Door gebruik te maken van simulatietechnieken is het met de huidige ict-systemen goed mogelijk om het gedrag van een busstation te simuleren op basis van historische en actuele data gedurende de dag (spits, feestdag, calamiteit). Bij het verplaatsen van een busstation helpt simulatie bovendien om van te voren de gevolgen van de verhuizing goed in te kunnen schatten en indien nodig te corrigeren.
Een knooppunt met potentie
Bij het opzetten en exploiteren van een dynamisch busstation komt aanzienlijk meer kijken dan bij het opzetten van een ‘gewoon’ busstation. Maar als de betrokken partijen samen optrekken, voldoende oog houden voor de reiziger én de kracht van ict goed benutten, zijn dynamische busstations knooppunten met veel potentie. Minder ruimtebeslag, tevreden reizigers, goed geïnformeerde buschauffeurs en een mooie opsteker voor het imago van de stad – dat moet het meerwerk wel waard zijn.
____
De auteurs
Jan Tijmensen en Pieter Zomer zijn consultant bij InTraffic.