Is het mogelijk om met behulp van de floating car data zoals NDW die momenteel levert, de verkeersveiligheidsindicator V85 af te leiden? In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat boog NDW zich over die vraag. De tussenstand: ja, in ieder geval voor alle 80 km/uur- wegen en de 50 km/uur-stroomwegen.
In het nieuwe strategische Plan Verkeersveiligheid zet het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in op ‘risicogestuurd beleid’. Een van de risico-indicatoren die daarbij gebruikt wordt, is de V85: die geeft aan wat de snelheid is waar 85% van de weggebruikers onder blijft. In combinatie met de infrastructuurkenmerken biedt de V85 een prima basis om de verkeersveiligheidsrisico’s in te schatten.
Voor provincies en gemeenten is die V85 in principe een ideaal hulpmiddel, ware het niet dat het ze vaak aan de juiste snelheidsgegevens ontbreekt. Hoe daarin te voorzien? NDW levert sinds februari 2017 landelijk dekkende gemiddelde minuutsnelheden op basis van floating car data, FCD. Omdat deze gegevens al ingekocht zijn voor overheden, zou het een enorme kostenbesparing zijn als we op basis van deze FCD de V85-waarden kunnen bepalen. Maar kan dat wel?
Relatie
De V85 bepalen we normaliter door alle gemeten snelheden van hoog naar laag te sorteren en daarna de waarde die op 85% valt te selecteren. Dat is met FCD-snelheden echter niet mogelijk. We meten om te beginnen niet alle snelheden (alleen van de voertuigen die een ‘dataspoor’ achterlaten), we beschikken niet over ‘individuele’ snelheden (alleen over minuutgemiddelden) en de FCD-snelheden worden afgekapt op de snelheidslimiet van de weg (zo werkt het algoritme van de leverancier nu eenmaal).
Toch hebben we een methode gevonden om de V85 met FCD te kunnen bepalen – of in ieder geval: nauwkeurig te schatten. Er is namelijk een sterke relatie tussen het (relatieve) aantal ‘overschrijdingsminuten’ in de FCD – dat zijn de minuutgemiddelden die afgekapt zijn op de maximumsnelheid – en de ‘V85-schattingsfactor’. Met dat laatste bedoelen we de factor waarmee we de geldende maximumsnelheid moeten vermenigvuldigen om op de V85 uit te komen. In bijgaande figuur hebben we die relatie weergegeven voor wegen met één rijstrook per richting en meerdere rijstroken per richting.
De gevonden relatie geeft bijvoorbeeld de volgende resultaten: wanneer op een enkelstrooksweg het aantal overschrijdingsminuten op 10% ligt, dan is de schattingsfactor 1 en ligt de V85-waarde dus ongeveer op de snelheidslimiet. Bij 60% overschrijdingsminuten ligt de V85-waarde ongeveer een factor 1,2 boven de snelheidslimiet.
We hebben deze relatie getoetst in twee deelgebieden in Noord-Holland, op 140 meetlocaties op wegen met voornamelijk een limiet van 80 km/u. Samen met de provincie Noord-Holland hebben we de betrouwbaarheid van de met FCD geschatte V85-waarden vergeleken met de V85 op basis van lusdata. Hieruit bleek dat we op basis van slechts één maand aan FCD goede en betrouwbare V85-waarden kunnen bepalen, met name voor 80 km/uur-wegen (buiten bebouwde kom) en voor 50 km/uur-stroomwegen (binnen de bebouwde kom).
Vervolg
Verder onderzoek is nodig om te kijken of onze methode ook standhoudt voor ‘lagere orde’-wegen en voor wegen met een andere snelheidslimiet. Dit onderzoek loopt momenteel en we verwachten eind dit jaar de resultaten te kunnen delen. Wanneer deze resultaten positief zijn, is het dus mogelijk om met de ons beschikbare FCD betrouwbare en landsdekkende V85-waarden te schatten. Dat zou een enorme kostenbesparing zijn – en het zou ons een veel ruimer inzicht bieden dan we op dit moment hebben.
___
De auteurs
Marthe Uenk-Telgen is senior verkeerskundig adviseur bij NDW.
Natascha Kijk in de Vegte is verkeerskundig adviseur bij ViaVegte.