Het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata als wegwijzer

In juli 2022 gaat het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata officieel van start. Het zal dienst doen als wegwijzer om snel de juiste verkeers- en vervoersdata over Nederland te kunnen vinden. Uit de eerste usescases blijkt dat dankzij het platform de mobiliteitsdata vooral ook bruikbaarder worden.




De buslijn tussen Zuidhorn en Zernike Universiteitscampus in Groningen sluit sinds kort veel beter aan op de vertrektijden van de treinen vanuit en naar Leeuwarden. Reizigers kunnen direct overstappen, wat tijd scheelt en de reis comfortabeler maakt. De reistijd van de bus kon verbeterd worden door data over verkeerslichten, doorstroming en busdiensten met elkaar te koppelen. Zo werd duidelijk waar en waarom de bus vertraging opliep – en waar en hoe er winst te halen was.

NTM
De koppeling van ov- en wegverkeerdata in Groningen was mogelijk dankzij het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata, NTM. Dit platform, dat in juli officieel door de minister wordt geopend, ontsluit mobiliteitsdata van verschillende organisaties.

“Het openbaar vervoer en wegverkeer zijn vaak nog twee gescheiden werelden, met ieder hun eigen database. Het is dus best bijzonder dat we data van het ov nu zo makkelijk kunnen koppelen aan data over het wegverkeer”, vertelt Edwin Papjes, projectmanager bij Groningen Bereikbaar. Het koppelen van de databases hielp zijn organisatie om gericht op zoek te gaan naar tijdwinst voor de bus. “Uit een gezamenlijke analyse met het OV-bureau Groningen-Drenthe bleek dat als we de bus iets meer prioriteit geven bij de verkeerslichten, hij beter aansluit op de vertrekkende trein naar Leeuwarden. Dit soort verbeteringen maakt het ov extra aantrekkelijk voor reizigers.”

Wegwijzer
Wouter Quite van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is projectleider NTM en daarmee nauw betrokken bij de opzet en inrichting van het platform. “Het NTM is als het ware een wegwijzer om snel de juiste verkeers- en vervoersdata over Nederland te kunnen vinden”, legt hij uit. “In dit Groningense voorbeeld werd gebruikgemaakt van data van DOVA, het Samenwerkingsverband van decentrale ov-autoriteiten, en van het Nationaal Dataportaal Wegverkeer. Momenteel zijn er nog vijf andere aanbieders van data aangesloten. Het NTM ontsluit de data en geeft informatie over de kwaliteit van de datasets.”

Die andere aanbieders waar Quite op doelt, zijn het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Rijksdienst voor het Wegverkeer, het Nationaal Wegenbestand, de Nationale Bewegwijzeringsdienst en het Kadaster. Samen zijn die goed voor een heel brééd aanbod aan statische en dynamische mobiliteitsdata, dat de komende tijd alleen nog maar zal groeien. De data zijn interessant voor wegbeheerders, maar bijvoorbeeld ook voor serviceproviders en andere marktpartijen.

Via de site www.toegangspuntmobiliteit.nl zijn alle bronnen makkelijk te doorzoeken en op termijn ook te gebruiken. Het is de bedoeling dat de site een viewer krijgt, waarop je met een kaart als ondergrond verschillende mobiliteitsdata over elkaar heen kan leggen.

Standaardiseren
Een aandachtspunt is dat data uit verschillende bronnen niet altijd even makkelijk te matchen zijn. Quite: “Binnen het NTM werken we daarom aan standaardisatie van de data. In de praktijk betekent dit, dat de verschillende aanbieders afspraken met elkaar maken over de kwaliteit van de data en over de normen waaraan de data moet voldoen. Het NTM faciliteert dat proces met verschillende werkgroepen en commissies.” Omdat het NTM ook samenwerkt met ‘collegaplatforms’ uit andere landen in de EU, zullen de data uiteindelijk ook internationaal uitwisselbaar worden.

Gegevensuitwisseling
Papjes van Groningen is blij met de ontwikkelingen. Behalve dat hij nog veel meer kansen ziet om datasets te combineren, ziet hij ook de voordelen van het NTM-platform als zodanig. “De partijen binnen onze organisatie Groningen Bereikbaar wisselen heel veel informatie uit. Met het NTM zien we mogelijkheden om die gegevensuitwisseling veilig te vereenvoudigen.”