In-carspoor Praktijkproef brengt verkeersinformatie en verkeersmanagement samen

Bij de start van de Praktijkproef Amsterdam lag de focus van het project op de wegkant. Maar nog voordat het daar tot echte proeven op straat was gekomen, besloot de stuurgroep om ook in-car oplossingen mee te nemen. Zouden die bij kunnen dragen aan een betere benutting van het wegennet?


Tegenwoordig zijn we altijd en overal online tegen een vaste prijs en is er voor elke toepassing een app. Maar in 2011, toen werd besloten om in de Praktijkproef ook in-car oplossingen te beproeven, was de penetratiegraad van smartphones nog maar 40 procent. Dataverbruik was een kostenpost, batterijverbruik een probleem en smalle bandbreedtes een beperking voor online diensten. Toch was al wel duidelijk dat de smartphone-app een hele interessante ‘drager’ voor verkeersinformatie- en navigatiediensten zou zijn, want: de telefoon hebben we altijd bij ons, zowel pre-trip als on-trip.

Fase 1
Tegen deze achtergrond hebben we twee consortia, Amsterdam Onderweg en Amsterdam Mobiel, opdracht gegeven elk twee nieuwe smartphone-apps voor (pre-trip en on-trip) reis- en route-informatie te bouwen. In 2014 en 2015 hebben de partijen daar twee proeven met woon-werkverkeer mee gedaan en 21 proeven met evenementenverkeer. Alles bij elkaar zijn de vier apps 75.000 keer gedownload en in een miljoen ritten gebruikt.

Onze verwachting vooraf was dat de woon-werkverkeer-apps de doorstroming op het Amsterdamse netwerk meetbaar zouden verbeteren, maar dat is niet gelukt. Die hoop was misschien ook te optimistisch: het aantal downloads zegt immers weinig over het gebruik van een app en nog minder over de penetratiegraad.

Met de evenementen-apps, die zich op een veel beperkter gebied richten, hebben we echter wél een meetbaar en zichtbaar effect bereikt. Die proeven lieten ook goed zien dat een nauwe en constructieve samenwerking tussen wegbeheerders, stakeholders (in dit geval: evenementenorganisaties, parkeergarages) en serviceproviders cruciaal is: dat leidt tot betere adviezen en meer samenhang in de adviezen.

Lessen toegepast in fase 2
Deze ervaringen hebben we meegenomen in fase 2. We hebben de focus op het ontwikkelen van apps losgelaten en geïnvesteerd in het publiek-privaat samenwerken – met veel aandacht voor het delen van informatie. In het project PPA-Zuidoost waren de marktpartijen niet langer opdrachtnemers maar partners van de wegbeheerders. Doel van het project was om het evenementenverkeer vanuit de wegkant en vanuit in-car van optimale en onderling consistente informatie en begeleiding te voorzien. Interessant is dat we tijdens de proef de marktpartijen de (operationele) leiding hebben gegeven over de gezamenlijke aanpak.

Deze proef heeft veelbelovende en herbruikbare resultaten opgeleverd: een nieuwe businesscase Traffic Management as a Service, samenwerken in een operationeel mobiliteitscentrum en slimme gemeenschappelijke tool om naar het verkeersbeeld te kijken. Er is een bestaande app van een marktpartij gebruikt en we hebben met succes social media ingezet om verkeer te geleiden.

Landelijk
In de tussentijd zijn er veel meer in-car-apps beschikbaar gekomen. Om ervoor te zorgen dat de integratie van wegkant en in-car landelijk gemeengoed wordt, moeten de aanbieders van apps over snelle en juiste data uit verkeerscentrales kunnen beschikken. Met het partnership Talking Traffic en de bestuurlijke afspraken voor mobiliteitsdata heeft deze ontwikkeling een mooie impuls gekregen.

Dan nog moeten we een aantal drempels slechten, met name om de publiek-private samenwerking te stroomlijnen. Maar daaraan wordt hard gewerkt in fase 3 van de Praktijkproef Amsterdam, in het nog lopende project Socrates2.0.

_____

De auteur
Folkert Bloembergen, Rijkswaterstaat, was van 2011 tot 2016 projectmanager van het in-carspoor van de Praktijkproef Amsterdam. Momenteel is hij programmamanager bij Talking Traffic.