Joost Hormann, LVMB: “Er is veel positieve energie rond het Verbeterplan iVRI”

In maart 2024 presenteerde het Landelijk Verkeersmanagement Beraad, LVMB, het Verbeterplan iVRI’s. “Ons doel is simpel”, vertelt projectleider Joost Hormann van LVMB, “de iVRI-beloften wáármaken.”

“Wegbeheerders zijn zo’n acht jaar geleden begonnen met de uitrol van intelligente verkeersregelinstallaties, iVRI’s. Dit heeft nog niet altijd de gewenste meerwaarde opgeleverd – een gevolg van technische problemen en het ontbreken van een sterke value- en businesscase. Om dit aan te pakken hebben we als LVMB1Het LVMB is het platform van Nederlandse wegbeheerders voor verkeersmanagement en smart mobility. overheden en marktpartijen samengebracht om de toekomst van de iVRI te bespreken. In goed overleg zijn de pijnpunten én verbeterpunten vastgesteld. In maart dit jaar konden we hierover het Verbeterplan iVRI presenteren. Dat heeft één doel: de iVRI-beloften waarmaken en bijdragen aan een betere verkeersveiligheid en doorstroming.

Joost Hormann, projectleider Verbeterplan iVRI’s van LVMB.
Plooien gladstrijken
Het verbeterplan omvat drie actieprogramma’s. Met het eerste programma willen we wat plooien gladstrijken. Zo gaan we het uitrollen en beheren van iVRI’s eenvoudiger en gebruiksvriendelijker maken. We kijken bijvoorbeeld nog eens kritisch naar de aan- en afsluitvoorwaarden voor UDAP, het dataplatform waar de iVRI’s aan worden gekoppeld: welke voorwaarden zijn nu echt noodzakelijk? Ook proberen we de administratieve last bij de wegbeheerders tot een minimum te beperken.

We willen eerder afgesproken updates aan de iVRI, de zogenaamde Consolidatie-updates, versterkt doorvoeren. Enerzijds door de (verkeerskundige) meerwaarde inzichtelijk te maken, anderzijds door financiële ondersteuning. En verder pakken we een aantal generieke technische problemen aan.

Met dit eerste programma gaat het dus echt om het oplossen van problemen die te lang zijn blijven liggen. Dat zal een stuk frustratie schelen, schat ik zo in.

Meerwaarde creëren
Het tweede actieprogramma is meerwaarde creëren voor de iVRI door de usecases, de verkeerskundige toepassingen, te verbeteren. We betrekken hier actief de professionele doelgroepen bij, zoals nood- en hulpdiensten, het ov, fietsers en logistieke bedrijven. Met deze partijen én de wegbeheerders worden de usecases goed uitgedacht en getest voordat ze landelijk worden uitgerold: zij kunnen ons helpen de toepassingen te verfijnen en verbeteren. Als dat goed loopt, met bijvoorbeeld een snellere en veiligere doorgang voor ambulances of efficiëntere routes voor vrachtverkeer, bewijst de iVRI zichzelf.

Ketenmanagement
Het derde actieprogramma gaat over beheer en governance. Om de iVRI’s goed en stabiel te laten functioneren moet je de gehele keten, van data tot verkeersregelinstallaties, nauwgezet monitoren en onderhouden. Het moet helder zijn wie waar verantwoordelijk voor is in dit ecosysteem. Ook ‘gebruikersondersteuning’ geven we een plek. Wegbeheerders die prioritering willen toepassen, zoals voor hulpdiensten of ov, gaan we bijvoorbeeld hulp aanbieden bij het uitvoeren van updates.

Wegbeheerders die prioritering willen toepassen, zoals voor hulpdiensten of ov, gaan we hulp aanbieden bij het uitvoeren van updates.

Op organisatorisch vlak zullen we aanpassingen doorvoeren in de structuur en werkwijze van de Change Advisory Board en het Strategic Committee. Die bewaken de businesscase en waarde van iVRI’s. Door deze organen op basis van de ervaringen tot nu toe scherper in te richten, kunnen we de kwaliteit en meerwaarde van iVRI’s ook voor de lange termijn borgen.

Conclusie
De afgelopen jaren hebben we al heel veel stappen kunnen zetten met iVRI’s. Maar met het echt implementeren van een concept, stuit je altijd wel op weeffouten. Met het nieuwe verbeterplan hopen we die onvolkomenheden recht te trekken.

Ik merk dat er veel positieve energie is rondom het Verbeterplan iVRI. De eerste resultaten beginnen langzaam zichtbaar te worden. Dus ja, we zijn er klaar voor om samen met overheid en markt de beloften van de iVRI echt waar te maken.”