Nederland heeft een ambitie: koploper zijn in innovatieve mobiliteit. Nu doen we het internationaal al niet slecht, maar de ontwikkelingen gaan zo snel, dat je voor je het weet weer middenmoter bent. Daarom startte minister Schultz Van Haegen van Infrastructuur en Milieu in 2013 het programma Connecting Mobility. Hoe wakkert dit programma het vuurtje van coöperatief rijden, zelfrijdende voertuigen en intelligente transportsystemen verder aan? Het programmateam legt uit.
Koploper zijn is niet het doel op zich – wel het bereikbaar, leefbaar en concurrerend houden van ons land en onze economie. Toen minister Schultz Van Haegen twee jaar geleden de Routekaart Beter Geïnformeerd op Weg in ontvangst nam van een publiek-private consultatiegroep, zei zij: “Als we ons land de komende decennia bereikbaar willen houden dan is er een trendbreuk nodig in de aanpak van onze bereikbaarheidsopgaven. We zullen onze bereikbaarheid niet langer kunnen oplossen met alleen traditionele oplossingen. Het accent zal meer en meer moeten verschuiven naar andere, slimmere oplossingen. Met deze Routekaart kan Nederland internationaal koploper blijven op het gebied van innovatieve mobiliteit.”
Met deze woorden gaf de minister ook het startsein voor het actieprogramma Connecting Mobility. Dit programma is mede gestart om de transities naar smart mobility die de genoemde Routekaart beschrijft waar mogelijk te versnellen. Die katalysatorfunctie hebben we als programmateam van Connecting Mobility op verschillende manieren ingevuld: 1) randvoorwaarden creëren, 2) kennisdeling stimuleren, 3) de publiek-private samenwerking bevorderen en 4) ontwikkelingen monitoren.
1) Randvoorwaarden creëren: ITS Ronde tafels
Er is al veel geschreven en beloofd over zelfrijdende voertuigen en auto’s die in verbinding staan met elkaar en de wegkantsystemen. Maar deze mooie ontwikkelingen roepen ook vragen op. Want hoe veilig is het echt? En hoe zit dat met de privacy en aansprakelijkheid? Voor leveranciers is het van belang dat er standaarden komen en afspraken over bijvoorbeeld een gedragen ITS-architectuur. Dit zijn absolute voorwaarden willen we komen tot een grootschalige toepassing in Nederland van ITS en zelfrijdende auto’s.
Daarom zijn we in maart 2015 een interessant publiek-privaat initiatief gestart, de nationale ITS Ronde tafels. Deze tafels zijn ‘communities’ van experts en vrij toegankelijk voor iedereen die daar inbreng in kan hebben en wil meedenken en meedoen. Er zijn inmiddels zes tafels over even zoveel ITS-gerelateerde thema’s: standaardisatie, architectuur, security, privacy, verkeerseffecten en gedrag. Het aantal deelnemers per tafel varieert van 15 tot 25, afkomstig van overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. De vragen die besproken worden komen uit de praktijk. Half oktober was bijvoorbeeld een meeting van de tafel Landelijke ITS Architectuur. Punten die tijdens die bijeenkomst besproken zijn, zijn onder meer de koppeling tussen voertuigsystemen en serviceproviders, de beschikbaarheid van microdata en de verwerking ervan, en het gevaar van ‘vendor lock-in’ van de wegkantsystemen. Heel praktische onderwerpen dus, waar ook praktische acties aan gekoppeld worden die het vakgebied op zo’n deelterrein weer een stukje verder brengt.
De tafels leveren concrete producten op, zoals afsprakensets, standaarden en richtlijnen. Uiteraard is het dan nog nodig om die op tactisch niveau te beoordelen en uiteindelijk ook op strategisch/bestuurlijk niveau te borgen en de samenhang te sturen. Dat gebeurt in de C-ITS Board en in de Regiegroep Smart Mobility & ITS.
De ITS Ronde tafels worden gedragen door Connecting Mobility, DITCM Innovations, Beter Benutten, Connekt en Automotive NL.
2) Stimuleren van kennisdelen
Een belangrijk adagium van Connecting Mobility is dat we leren door te doen en dat we ook alleen op die manier als overheid, marktpartijen en kennisinstellingen kunnen bijdragen aan nieuwe ontwikkelingen. In dit kader mag de Innovatiecentrale en het bijbehorende Innovatielab niet onvermeld blijven, een initiatief van Rijkswaterstaat, DITCM, Connecting Mobility en provincie Noord-Brabant.
De Innovatiecentrale opende in maart dit jaar haar deuren en is voor alle partijen in het ITS-domein open toegankelijk. Het Innovatielab faciliteert ontmoeting en kennisdeling tussen marktpartijen, overheden en kennisinstellingen met tijdelijke werkplekken en faciliteiten voor onder meer netwerken, brainstormen, serious gaming en demonstraties. In het Innovatielab worden experimenten voorbereid, voorzieningen ontwikkeld en ervaringen gedeeld met en door mensen in de praktijk. Daarnaast is het Innovatielab het voorportaal waar de voorbereidingen plaatsvinden voor de praktijkexperimenten op de Innovatiedesks. Hier kunnen partijen hun intelligente mobiliteitsoplossingen beproeven en ontwikkelen in een ‘real life’ omgeving, op een echte weg en een echt netwerk. Mobiliteitsoplossingen die we zo in de praktijk hun effectiviteit laten bewijzen, variëren van nieuwe mobiliteitsservices tot datakoppelingen, informatievoorziening, werkprocessen, regelscenario’s, verkeersgeleiding, in-car technologieën enzovoort – ITS-oplossingen in de breedste zin van het woord.
De twee Innovatiedesks zijn gekoppeld aan de Verkeerscentrale Zuid-Nederland van Rijkswaterstaat. Vanuit deze centrale wordt het verkeer gemanaged op wegen van het rijk, provincies en gemeenten. Daardoor kunnen partijen gebruik maken van dezelfde informatie als de verkeerscentrale én tappen uit de kennis van de wegverkeersleiding.
3) Stimuleren van publiek-private samenwerking
Verkeersmanagement en verkeersinformatie groeien steeds meer naar elkaar toe. Oorspronkelijk waren het aparte domeinen van respectievelijk wegbeheerders en commerciële partijen, maar deze partijen werken nu steeds meer samen om de keten van informatievoorziening sluitend te krijgen.
Dat gaat niet zonder slag of stoot: traditionele rollen veranderen, nieuwe partijen betreden de markt en businessmodellen sneuvelen. Nu steeds meer mensen verbonden zijn met het internet en reisinformatie steeds meer op maat beschikbaar komt, worden de eisen van gebruikers ook hoger. Overheden en bedrijven zullen hierop in moeten spelen, en daarvoor meer in een keten moeten samenwerken. De traditionele rollen van opdrachtgever en opdrachtnemer veranderen zo langzaamaan in samenwerkingsvormen.
Eén actie die we vanuit Connecting Mobility nemen, in samenwerking met Connekt en TNO, om ook op dit vlak de vaart erin te houden, is het inventariseren en delen van de lessons learned uit pre-concurrentiële publiek-private samenwerking in ITS-projecten. De leerpunten zullen worden opgenomen in de Toolbox Smart Mobility: een verzameling hulpmiddelen voor partijen die aan de slag willen gaan met (onder meer) de transitie naar publiek-private samenwerking.
4) Monitoren van ontwikkelingen
Om de vinger aan de pols te houden van de ontwikkelingen op het gebied van ITS in Nederland lanceerde Connecting Mobility in het voorjaar een interactieve online tool, het ITS overzicht NL. Hierin maken we zichtbaar welke kennis in welke projecten is opgedaan, hoe de projecten bijdragen aan de transities, welke technologie is gebruikt, wat het toepassingsgebied van een project is, waar welke initiatieven lopen en welke projecten al afgerond zijn. Het overzicht, dat Connekt zal beheren en uitbouwen, is een ideale basis van waaruit nieuwe projecten kunnen starten en om nieuwe initiatieven en de projectscope aan te toetsen. Wat is al gedaan, waar kan meerwaarde worden geleverd? Zo voorkomen we dat nuttige resultaten na het afronden van een project in een lade verdwijnen en in een volgend project het wiel weer opnieuw wordt uitgevonden. Het overzicht zal ook worden ingezet om gericht discussies te kunnen voeren over de voortgang.
Overigens is ITS overzicht NL ook in het Engels beschikbaar, zodat het buitenland mee kan kijken naar de voortgang in Nederland.
Nieuw exportproduct?
Door de transities van de Routekaart te blijven stimuleren, kunnen we op het gebied van ITS een voortrekkersrol vervullen. In feite kan Nederland een living lab voor smart mobility worden. Dat draagt zeker bij aan de profilering in het buitenland: Nederland als land met een kwalitatief hoogwaardig en dicht vertakt wegennetwerk in stedelijk gebied, met gerenommeerde kennisclusters in de automotive-, technologie- en high tech-industrie, als land met een open netwerk- en samenwerkingscultuur en met het hoogste percentage mobiel-internetgebruik in de wereld, waar mensen open staan voor innovatie. Door die kracht van Nederland ook internationaal uit te dragen, versterken we de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven. Wordt smart mobility, naast Nederlands design en de wereldberoemde Nederlandse waterwerken, het nieuwe exportproduct van Nederland? Het zou zo maar kunnen.
____
De auteur
Jan Hendrik Sweers is strategisch adviseur van Connecting Mobility.