Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid publiceerde in juli 2023 het rapport Klimaatbesef en minder vliegen?. Het ging de onderzoekers om de vraag of besef van de klimaatimpact van de luchtvaart tot minder voorgenomen (recreatieve) vliegreizen leidt. De verkregen inzichten zijn nuttig – en niet alleen voor wie zich bezighoudt met vliegverkeer.
Nederlanders pakken steeds vaker het vliegtuig: al ongeveer een kwart van onze vakanties is een vliegvakantie. En dat terwijl de CO2-uitstoot van vliegen enorm is. Eén vliegretourtje Bali bijvoorbeeld zorgt voor net zoveel uitstoot als een jaar lang vijf dagen in de week met de benzineauto tussen Rotterdam en Gouda pendelen. Het stijgende gemak waarmee we recreatief vliegen, doet het klimaat dus geen goed. Zou het helpen om mensen bewuster te maken van de klimaatimpact van vliegen?
Vragenlijst
Om te begrijpen wat een sterker klimaatbewustzijn doet met reizigers, hebben onderzoekers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, KiM, een vragenlijst uitgezet onder panelleden van het Mobiliteitspanel Nederland. Dat resulteerde in 1.956 bruikbare enquêtes, die nog verrijkt zijn met resultaten van eerdere vragenlijsten en met externe gegevens.
Relatie klimaatbesef en vliegen
Gemiddeld genomen is de volwassen Nederlander van plan om in de komende twee jaar één vliegreis te maken. Mensen die als kind vaak vlogen, scoren hierbij hoger, net als mensen die het idee hebben dat in hun sociale omgeving toch al veel mensen vliegen. Een sterk ontwikkeld klimaatbesef ten aanzien van vliegen is juist een dempende factor: veel mensen met zo’n besef zeggen géén vliegplannen te hebben. Hoe dat voornemen zich vertaalt in gedrag, is nog even afwachten. De onderzoekers wijzen er wel op dat in 2022 alle respondenten minder vlogen dan in de twee jaar voor de coronapandemie, maar dat die afname groter was bij mensen met een sterk klimaatbesef. Het lijkt er dus op dat klimaatbewustzijn inderdaad het vlieggedrag beïnvloedt.
Klimaatbesef en dan toch…
Dat is echter niet het hele verhaal. Een kwart van de respondenten met een sterk klimaatbesef is namelijk van plan om in de komende twee jaar toch minimaal één vliegreis te maken. Dat rechtvaardigen ze door te zeggen dat ze niet anders kunnen dan het vliegtuig pakken om een bepaalde bestemming te bereiken. Enkelen voeren als excuus aan dat anderen vaker vliegen.
Opmerkelijk is ook dat vrijwel alle mensen met deze cognitieve dissonantie van ‘wel besef en toch vliegen’, wijzen naar de overheid en partijen als luchtvaartmaatschappijen: die moeten maar ingrijpen en ervoor zorgen dat de klimaatimpact van vliegen vermindert.
Een overheid die z’n verantwoordelijkheid neemt, zou wel eens de enige werkbare weg naar verbetering kunnen zijn.
Dat onderstreept wat eerder onderzoek al heeft uitgewezen: dat de individuele consument zijn gedrag vrijwillig maar beperkt verandert. Hoe daarmee om te gaan? In een onderzoek naar mogelijke gedragsverandering bij reizigers is het interessant dat het KiM toch nog even het volgende opmerkt: “Indien de overheid meer beleidsmaatregelen neemt, zoals beprijzing van de luchtvaart en beperking van de capaciteit op luchthavens, kan dat direct bijdragen aan de klimaatdoelen en indirect aan het beeld dat de overheid verantwoordelijkheid neemt.”
Relevant
De lessen van dit onderzoek zijn ook relevant voor inspanningen om reisgedrag ‘op de grond’ te beïnvloeden. Zo zouden veel steden een stuk leefbaarder worden als het autobezit er zou dalen en we meer fiets, ov of deelvervoer zouden pakken. Aansturen op een gedragsverandering kan hierbij helpen, maar tot grote transities zal het niet leiden: de kans is groot dat zelfs heel ‘bewuste’ inwoners om hen moverende redenen vasthouden aan ongewenst gedrag. Een overheid die z’n verantwoordelijkheid neemt, zou wel eens de enige werkbare weg naar verbetering kunnen zijn. Het goede nieuws is dat veel mensen dat ook helemaal niet zo erg zouden vinden.