“Nederland moet zijn ITS-koppositie optimaal benutten”

Reactie Maurice Geraets, directeur Automotive & Mobiliteit van NXP Semiconductors
 

Foto Maurice Geraets, NXP
Dit is een reactie op het artikel “Beter geïnformeerd op weg”.

“De Routekaart biedt interessante kansen voor Nederlandse bedrijven – ook voor ons bedrijf. De meeste auto’s zullen in de toekomst ‘connected’ met de ‘cloud’ zijn en zullen zelfs onderling en met wegkantstations communiceren. Aangezien autofabrikanten auto’s ontwikkelen en produceren voor de wereldmarkt, heb je met de connected en coöperatieve producten die je ontwikkelt al snel wereldwijd kansen. Dat we in Nederland een Routekaart hebben om juist díe ontwikkeling te stimuleren, kan alleen maar voordelen opleveren. NXP werkt daar graag aan mee: we hebben de ambitie Nederland te helpen zijn koppositie op het gebied van ITS optimaal te benutten.
Heel concreet kunnen we bijdragen door chiptechnologie te ontwikkelen en toe te passen die de auto’s ‘connected’ maken. Hiermee kunnen bestuurders van auto’s gerichte adviezen krijgen over bijvoorbeeld routes, snelheid en rijstijl. Verder zijn wij al klaar met het ontwikkelen van de eerste chips die auto’s met elkaar en met de infrastructuur laten communiceren. De mogelijkheden die dat biedt zijn enorm! Denk aan auto’s die automatisch de alarmcentrale bellen bij een ongeluk. Die automatisch met de juiste snelheid rijden om bij het volgende kruispunt groen te hebben. Die elkaar informeren over de juiste snelheid om files te vermijden of die een seintje geven als een bestuurder enkele honderden meters verderop een noodstop maakt. Ook voor de wegbeheerders is het een uitkomst. Eén voorbeeldje: als auto’s de informatie van hun ABS-sensor delen, kan de wegbeheerder aan de hand daarvan de stroefheid van het wegdek berekenen. Je weet dan wanneer preventief onderhoud aan de weg nodig is – of in de winter wanneer de pekelwagen op pad moet.
Natuurlijk zijn sommige van de ‘coöperatieve mogelijkheden’ pas echt zinvol als het merendeel van de voertuigen coöperatief is. Maar dat is geen showstopper. Als we nú beginnen met het plaatsen van coöperatieve wegkantstations, dan kun je al zinvolle diensten bieden aan het kleine aantal auto’s dat deze signalen kan ontvangen, zoals snelheids- of rijstrookadviezen. De rest komt dan vanzelf. En terwijl in het begin die diensten misschien vooral nuttig zijn voor die enkele coöperatieve weggebruikers zelf, zijn er sneller dan je zou denken ook netwerkvoordelen te behalen. Wij hebben bijvoorbeeld aangetoond dat je spookfiles met tien procent kunt terugdringen met een penetratiegraad coöperatieve technologie van slechts vijf procent!
Ik ben dan ook blij dat met de Routekaart markt en overheden die kansen gezamenlijk kunnen gaan benutten. Ik hoop dat wegbeheerders in dat samenspel vooral een faciliterende rol zullen spelen. Ook het toestaan van autonoom rijdende auto’s is belangrijk. Verder is het goed dat wegbeheerders zich goed op hun eigen veranderende rol blijven richten, bijvoorbeeld door mee te werken aan systemen waarbij de wegkantsystemen naderende auto’s via een elektronisch signaal informeren over de op dat moment geldende dynamische maximumsnelheid.
Al dat soort toepassingen kunnen we als automotive industrie en overheid samen opzetten en testen. We hebben daarvoor al geschikte faciliteiten, zoals de testsite DITCM in de regio Eindhoven/Helmond. Als we ook op Europees niveau de samenwerking zoeken en Europese standaarden aanhouden, hebben we meteen een basis voor een internationale uitrol.”