Reint Jan Renes: “Met verleiden alleen kom je er niet”

Gedragswetenschapper Reint Jan Renes geeft leiding aan de onderzoeksgroep Psychologie voor een duurzame stad bij de Hogeschool van Amsterdam. Wat is er volgens hem nodig om de stedeling los te weken van de privéauto?

“Het beleid voor duurzame mobiliteit is in Nederland sterk gericht op verleiden. Beleidsmakers kiezen dan voor bijvoorbeeld subsidies om deelvervoer of e-bikes te stimuleren en willen ons daarmee bewegen de auto laten staan. ‘Laten we het vooral leuk houden’, is het idee.

Dr. Reint Jan Renes is lector Psychologie voor een duurzame stad aan de Hogeschool van Amsterdam.

Dat is natuurlijk heel sympathiek, maar van wat we weten over gedragsverandering, verre van realistisch. Talloze studies laten zien dat mensen in hun dagelijkse keuzes sterk neigen naar wat ze kennen en wat vertrouwd voelt. Binnen de sociale psychologie noemen we dat de status quo bias. Het punt is dat de status quo van het moment het bezit is van een eigen auto: die biedt mensen vrijheid, privacy en comfort. Dat veranderen gaat gepaard met onzekerheid en wordt als bedreigend ervaren. Het is veel comfortabeler om vast te houden aan routines en gewoontes, zelfs als die evident schadelijk zijn voor de samenleving. Dus ja, verwachten dat we met wat vrijblijvende, verleidende maatregelen spontaan de overstap maken naar deelvervoer of fietsen, is ijdele hoop.

Andere fenomenen
Maar er speelt meer. Behalve dat mensen graag vasthouden aan het vertrouwde, zijn ze ook gevoelig voor het default effect: de neiging om te kiezen voor de standaardopties die worden voorgeschoteld. Als de standaardoptie nog steeds de privéauto is, zullen mensen niet snel de moeite nemen om alternatieven zelfs maar te overwegen. Het helpt dan ook niet wanneer die standaardoptie actief gepromoot wordt, zoals de minister van Infrastructuur en Waterstaat onlangs deed bij de presentatie van de Ontwikkelagenda Automobiliteit. “Het beste autotijdperk ligt nog voor ons”, glunderde hij. Maar voor de transitie naar duurzame mobiliteit is het cruciaal om juist de klimaatvriendelijke vervoersopties als standaard te positioneren, in woord en daad.

Als de standaardoptie nog steeds de privéauto is, zullen mensen niet snel de moeite nemen om alternatieven zelfs maar te overwegen.

Ook psychologische fenomenen als het endowment effect en loss aversion zijn relevant in de context van transformatief mobiliteitsbeleid. Studies over deze fenomenen tonen aan dat mensen meer waarde hechten aan wat ze hebben dan aan wat ze kunnen krijgen. Onbekend maakt onbemind. Het is dus heel moeilijk mensen zo ver te krijgen dat ze hun waardevolle eigendom opgeven. De bestaande realiteit wordt gezien als een prettig gegeven – en om hiervan los te komen is disruptief ‘losmaakbeleid’ nodig. Beleid dat de huidige standaard laat schuren. Beleid waardoor de keuze voor een privéauto bijvoorbeeld minder aantrekkelijk en gemakkelijk wordt. Natuurlijk is het wel belangrijk om rekening te houden met individuele behoeften en omstandigheden. Niet iedereen kan volledig afstand doen van de auto, bijvoorbeeld vanwege werkverplichtingen of geografische beperkingen.

Uitdagen!
Kortom, om duurzame mobiliteit te bevorderen, is het van groot belang dat beleidsmakers verder gaan dan louter het aanbieden van klimaatvriendelijke alternatieven. De huidige standaard van auto’s als de dominante keuze voor mobiliteit moet worden uitgedaagd. Door gedragswetenschappelijke inzichten over de kracht van de status quo te integreren in transformatief beleid, kunnen beleidsmakers effectievere strategieën ontwikkelen om duurzame vervoerskeuzes te bevorderen. Strategieën waarmee de voordelen van alternatieve vormen van mobiliteit, zoals deelvervoer en fietsen, worden vergroot in vergelijking met autorijden. Dit creëert een krachtige prikkel voor mensen om hun gedrag te veranderen en nieuwe opties te overwegen.”