Na de historische verkiezingen van 22 november staan de komende weken en misschien wel maanden in het teken van de formatie van een nieuw Nederlands kabinet. De uitkomst zal mede bepalen welke kant we opgaan met mobiliteit. Dus wat wordt het? Een rechts kabinet ligt voor de hand, maar niets is zo onvoorspelbaar als politiek.
Mobiliteit zal niet het heetste hangijzer zijn tijdens de formatie. Woningnood, bestaanszekerheid, immigratie, klimaat – daar zal het toch vooral om gaan. Maar op deze thema’s is verkeer en vervoer wel een belangrijke randvoorwaarde. Woningen, banen en voorzieningen moeten immers bereikbaar zijn voor iedereen. En dat vervoer een link heeft met klimaat hoeft ook geen betoog.
Het onderwerp verkeer en vervoer zal dus zeker aan bod komen tijdens de onderhandelingen. Nu is formeren een spel van uitruilen, dus het kan alle kanten op. Maar de verkiezingsprogramma’s geven op z’n minst een beeld van wat de partijen willen. We hebben daarom vijftien programma’s doorgespit op uitspraken over (personen-) vervoer, mobiliteit en bereikbaarheid. In het onderstaande bespreken we de belangrijkste thema’s en maken we de voorzichtige balans op. We letten daarbij extra op de grootste partijen van de verkiezingen, PVV, GL-PvdA, VVD en NSC met respectievelijk 37, 25, 24 en 20 Kamerzetels.
Weginfrastructuur
Er moet veel onderhoud gepleegd worden aan onze infrastructuur. Dat is niet iets waar je echt tegen kan zijn, zo blijkt. Hooguit wordt het onderwerp niet genoemd, maar bijvoorbeeld VVD belooft expliciet “achterstanden weg te werken” en ook NSC geeft “prioriteit aan groot onderhoud”. Het beter benutten van het wegennet dat er al ligt, is evenmin een strijdpunt en wordt in de programma’s van onder meer CU, D66 en Volt benoemd.
Maar dan de vraag of er nieuwe wegen nodig zijn. PVV en VVD geven de auto ruim baan en zijn dus vóór extra asfalt. Links daarvan is er bij NSC en D66 voorbehoud en zijn ChristenUnie, PvdD, Volt tegen extra asfalt. GL-PvdA laat zich opvallend genoeg niet over dit punt uit.
Betalen naar gebruik
Met Rutte IV was er eindelijk een akkoord over betalen naar gebruik, maar die was bij de val van het kabinet meteen ook weer controversieel verklaard. Een blik op de programma’s leert dat van de oude coalitie VVD, D66 en CU nog altijd vóór zijn. VVD houdt het op de flat fee van het oorspronkelijke voorstel. D66 en CU pakken door en willen betalen naar gebruik differentiëren naar tijd, plaats en type voertuig. Mensen die buiten de spits reizen of inwoners van het platteland zouden dan bijvoorbeeld minder betalen. Ook GL-PvdA en Volt pleiten voor zo’n gedifferentieerde taks.
PVV wil niet dat “de automobilist nog langer gebruikt wordt als melkkoe” en is tegen rekeningrijden. NSC, BBB, CDA, DENK, FvD, en SP zijn eveneens mordicus tegen. Een veel gebruikt argument is oneerlijkheid: het zou mensen met een zekere autoafhankelijkheid onevenredig hard raken. Met dat laatste ageren ze dan vooral tegen een flat fee.
Openbaar vervoer
Als er één onderwerp is waarover eensgezindheid bestaat, dan is het het openbaar vervoer. Alle (!) partijen zijn het erover eens dat er extra in geïnvesteerd moet worden. Daar worden verschillende redenen voor aangedragen. Het ov is een alternatief voor de auto, het is goed voor het klimaat, gaat ongelijkheid tegen en is zelfs een basisrecht.
Alle partijen zijn het erover eens dat er extra in ov geïnvesteerd moet worden.
Interessant is verder dat er niet alleen geld beloofd wordt voor uitbreiding en herstel van het ov, maar ook voor het betaalbaar maken ervan. D66 en GL-PvdA stellen zelfs naar Duits model een goedkoop ‘klimaatticket’ voor het ov voor. Geen enkele partij spreekt zich uit voor prijsdifferentiatie (spitsheffing) in het ov.
Er is veel draagvlak voor een andere organisatie van het ov. BBB pleit voor een grotere rol van kleinschalig openbaar vervoer, taxi’s, kleine busjes en de fiets in dunbevolkte gebieden. VVD en D66 delen dit standpunt. PVV spreekt hoge ambities uit voor de aansturing van de NS door het rijk. GL-PvdA wil de marktwerking bij het ov terugdringen en als het aan SP ligt komt het ov weer in publieke handen.
Fiets
Een groot deel van de partijen benadrukt het belang van de fiets als gezond en schoon vervoermiddel. GL-PvdA, VVD en NSC willen flink investeren in de fietsinfrastructuur. Bijna alle partijen maken zich wel zorgen over de veiligheid op fietspaden. Opvallend is dat het woord fiets niet in het programma van PVV terug te vinden is.
Filebestrijding of brede welvaart
De partijen noemen heel uiteenlopende oplossingen voor files. VVD zet in op innovatie om files te bestrijden, PVV en NSC lijken het in ‘meer asfalt’ en het aanpakken van knelpunten te zoeken, GL-PvdA wil vrachtverkeer zwaarder belasten, en voor CU en D66 is rekeningrijden het medicijn.
Interessant is dat een aantal partijen nadrukkelijker naar nabijheid kijken. BBB en CU bijvoorbeeld willen voorzieningen dichtbij houden en zo de noodzaak van verplaatsen beperken. Het CDA wil hiervoor de Wet Bereikbaarheid als basisrecht instellen.
Ook lezen we voor het eerst de term brede welvaart terug, bij GL-PvdA, NSC, BBB en D66. Die term wordt overigens wat makkelijk gebruikt: de partijen bedoelen vooral dat zij zich tegen mobiliteitsongelijkheid verzetten. Hoe dan ook, er lijkt sprake van een kleine verschuiving van filebestrijding naar bredewelvaartsdoelen.
Conclusie
Met dit globale beeld van de partijprogramma’s wagen we ons tot slot aan een paar mogelijke formatiescenario’s. Gelet op het feit dat PVV de grootste partij is geworden, is een nieuw centrumrechts kabinet – met VVD en NSC wellicht? – een eerste optie. In dat geval zal het rijk zich met nieuwe energie én mandaat inzetten voor bouwen, benutten en innoveren. Belangrijke wendingen zullen in dat geval zijn, dat de focus komt te liggen op de ontplooiingsmogelijkheden van de burger. De mobiliteitstransitie zal hierdoor in een lagere versnelling komen. Ook het dossier rekeningrijden kan, voor de derde keer in drie decennia, terug de koelkast in. Wel zal het nieuwe kabinet meer investeren in het ov.
Gaat de formatie toch over centrumlinks, dan zal er een deels nieuwe koers worden ingeslagen. Mobiliteitsbeleid zal primair een nivellerende werking krijgen via de principes ‘de sterkste schouders’ en ‘de gebruiker/vervuiler betaalt’. Betalen naar gebruik zou dan zomaar stand kunnen houden, waarschijnlijk in een gedifferentieerde vorm die ‘Henk en Ingrid’ ontziet. Ook goedkoop openbaar vervoer kan bij een centrumlinks kabinet een prominentere rol krijgen. Rijksbeleid op het beperken van autobezit en autogebruik lijkt, gezien de uitslag, onhaalbaar.
De uitdagingen voor het nieuwe kabinet zullen hoe dan ook groot zijn. Mobiliteit moét efficiënter, schoner, eerlijker en slimmer georganiseerd en bekostigd worden. Daar is de sector het over eens. Maar deze verkiezingsuitslag is ook een wake- up call. Waarom heeft de kiezer zich uitgesproken voor een conservatievere lijn? En welke rol heeft mobiliteit hierin gespeeld? Het is een beetje speculeren, maar het zou zomaar kunnen dat de mobiliteitstransitie de burger, vooral buiten de grote steden, te veel pijn doet en te weinig oplevert. De moeilijke stappen die echt gezet moeten worden vergroten de maatschappelijke onrust in deze tijd van hoge inflatie, afkoelende economie en geopolitieke onzekerheid.
Het zou zomaar kunnen dat de mobiliteitstransitie de burger, vooral buiten de grote steden, te veel pijn doet en te weinig oplevert.
Tot slot
Wat de formatie precies gaat betekenen voor verkeer en vervoer, is nog niet te zeggen. We kunnen de kiezer in ieder geval dankbaar zijn voor zijn signaal en ons bezinnen op wat dat betekent voor het mobiliteitsbeleid van de toekomst. Mobiliteit is letterlijk ‘verbinden’. Dat lijkt een mooie missie voor de komende periode.
De auteur
Drs. Casper Stelling is Manager Markt en Kennis bij MuConsult.