De provincie Zuid-Holland is de eerste wegbeheerder in Nederland die zich geheel op floating car data verlaat om reistijden te bepalen. Het is een succes: het netwerk dat de provincie monitort is groter dan voorheen en de monitoringkosten zijn gedaald. Maar hoe maak je als wegbeheerder zo’n overstap? Tim Blanken, adviseur dynamisch verkeersmanagement van de provincie, vertelt over zijn ervaringen.
De provincie Zuid-Holland gebruikt reistijden op trajecten om de verkeersafwikkeling op haar wegennet in de gaten te houden. Ook informeert en ‘stuurt’ ze weggebruikers door op keuzepunten die reistijden op DRIP’s te presenteren: ‘Route A: 13 +6 min., Route B: 15 +1 min.’ Als databron voor de reistijden gebruikte Zuid-Holland al enige jaren kentekenherkenningscamera’s (reistijdcamera’s). Begin 2017 stapte de provincie echter over op FCD als bron.
Waarom zijn jullie overgestapt?
“Het oude systeem met reistijdcamera’s had zo zijn beperkingen. Door wegwerkzaamheden en technische problemen hadden we te vaak ‘gaten’ in de data. Onze ambitie is juist om de best bereikbare provincie te zijn, dus we zijn toen op zoek gegaan naar alternatieven. FCD leken een logische optie. Een pilot in 2016 bevestigde dat vermoeden: de FCD-bron was ten minste zo goed als ons oude systeem, en vaak zelfs beter. We zijn dus met hoge verwachtingen overgestapt.”
Wat waren de grootste uitdagingen bij de implementatie?
“Het wegennet dat wij beheren is opgedeeld in trajecten: stukken weg waarvan we de reistijd meten. Op basis van die monitoring kunnen wij ingrijpen en we kunnen de reistijden ook delen met de weggebruiker. Voorheen waren onze trajecten één tot negen kilometer lang, maar FCD-data zijn opgedeeld in segmenten van slechts 50 meter. Aan de ene kant een enorme kans, omdat we verkeersstromen veel nauwkeuriger in beeld kunnen brengen. Daar staat tegenover dat we geen overkill aan trajecten willen creëren, vooral als je je bedenkt dat we zo’n 600 kilometer aan wegen monitoren. Het was een flinke puzzel, maar uiteindelijk hebben we een goede balans gevonden.
“Een andere uitdaging waren de 50 reistijden-DRIP’s die we met onze data voeden. De DRIP’s hebben verschillende beheerders met elk eigen processen en doorlooptijden, dus een goede planning van de overstap was essentieel. Dat is gelukt door tijdig met onze regiopartners om de tafel te gaan. We weten elkaar goed te vinden dankzij BEREIK!, ons samenwerkingsplatform voor regionale bereikbaarheidsvraagstukken.”
Zijn jullie tevreden?
“Zeker, onze verwachtingen zijn meer dan waargemaakt! Dankzij FCD kunnen mijn collega’s bij de verkeersmanagementdesk ons netwerk beter in de gaten houden en sneller anticiperen op problemen. Daarnaast zijn we niet meer gebonden aan fysieke camera’s op wegen en dus minder afhankelijk van de beschikbaarheid van wegkantsystemen. De nieuwe inwinning stelt ons bovendien in staat om grote gemeentelijke wegen te monitoren – al langer een wens in de regio. We houden nu bijvoorbeeld wegen in Zoetermeer, Leiden en Delft in de gaten. Zo helpen we gemeenten bereikbaar te blijven. De kosten verdelen we over alle partijen binnen BEREIK!, waardoor we samen ook nog een stuk goedkoper uit zijn.”
Waar moeten andere wegbeheerders die over willen stappen op letten?
“Denk voordat je overstapt goed na over de grootte van je netwerk en lengte van je trajecten. Wat je wil voorkomen is dat je die in de toekomst weer aan moet passen: als je later een meerjarenonderzoek wil doen naar reistijden, dan is het heel lastig als de meeteenheden door de tijd heen steeds gewijzigd zijn. Vergeet ook niet dat alle wijzigingen weer doorgevoerd moeten worden op de DRIP’s binnen je netwerk. Dat kost tijd en geld, en dat bespaar je door vooraf goed na te denken.”
De voordelen van FCD
- Een groter netwerk. De provincie monitort nu 375 km meer weg én wint data in voor de monitoring en reistijdinformatie op DRIP’s van 70 km gemeentelijke wegen.
- Gedetailleerdere informatie. De gemiddelde lengte van meettrajecten is van 3,3 km naar 1,3 km gegaan.
- Goedkoper beheer. De onderhoudskosten zijn gedaald met 75%.