Aan de zeven deelprojecten van Praktijkproef Amsterdam hebben zo’n zestig partijen een bijdrage geleverd: overheden, universiteiten, maar vooral ook bedrijven. Hoe hebben die partijen samengewerkt? En hoe was de relatie publiek-privaat?
In het wegkantspoor van fase 1 en in de ‘wegkantprojecten’ PPA-West en PPA-Noord van fase 2 lag de nadruk op netwerkbreed verkeersmanagement en dus op het samenwerken tussen verschillende (publieke) wegbeheerders. De samenwerking met privaat was hier klassiek: wegbeheerders gaven opdrachten aan marktpartijen.
In het in-carspoor van fase 1 is gebruikgemaakt van zogenaamde precommerciële inkoop. Deze benadering wordt gebruikt bij het ontwikkelen van producten of diensten die nog niet op de markt zijn. Dat ontwikkelen wordt geheel door marktpartijen gedaan.
Wie heeft belang bij wat?
De resultaten van fase 1 gaven voldoende aanleiding om de Praktijkproef Amsterdam voort te zetten. In het in-carspoor was er wel behoefte aan meer duidelijkheid over de zakelijke kant: hoe creëren we levensvatbare diensten? TU Eindhoven werd daarom gevraagd om een operationeel businessmodel uit te werken.
In het door de TU Eindhoven voorgestelde model is bepaald welke belangen partijen hebben bij evenementenverkeer en welke bijdragen ze kunnen leveren. Voor evenementenorganisaties is de beleving van bezoekers het belangrijkste aspect: (betalende) bezoekers willen een mooi evenement inclusief een zorgeloze reis. Exploitanten van parkeergarages zien graag hun capaciteit volledig benut. Vervoerbedrijven willen hun dienstregeling en capaciteit afstemmen op het bezoekersaantal. En wegbeheerders willen files door evenementenverkeer voorkomen.
Het voorgestelde operationele business model duidt de verschillende belangen en bijdragen en bouwt waar nodig financiële prikkels in.
Toepassing in de Praktijkproef
De studie van TU Eindhoven heeft er mede toe geleid, dat in de projecten PPA-Zuidoost (fase 2) en in Socrates2.0 en Concorda (fase 3) is gezocht naar een samenwerking met ‘gesloten beurzen’.
PPA-Zuidoost heeft publieke en private diensten geïntegreerd in het ArenAPoort-gebied. In dit gebied was de samenwerking tussen betrokken partijen al vergevorderd: sinds 2012 werken partijen als ArenA, ZiggoDome, gemeente Amsterdam, parkeerexploitanten, politie, GVB en NS gezamenlijk aan de bereikbaarheid bij grote evenementen. Een paar keer per jaar, buiten de coronatijd uiteraard, komen er zo’n 100.000 bezoekers op één dag naar de Johan Cruijff ArenA, Ziggo Dome en/of AFAS live.
In het Zuidoost-deelproject zijn in-carreisadviezen gecombineerd met verkeersmanagement. Daarbij is gebruikgemaakt van wegkantsystemen van alle drie betrokken wegbeheerders, zijn de verkeerscentrales aan een private centrale gekoppeld, werden weggebruikers bereikt via virtuele DRIP’s en sociale media – en dit alles op basis van gezamenlijk afgesproken maatregelen. De proef heeft een bijdrage geleverd aan de verdere professionalisering van het Operationeel Mobiliteitscentrum, waarin alle betrokkenen tezamen het evenementenverkeer in goede banen leiden. Als hulpmiddel is de Common Operational Picture gemaakt: één kaart met alle data en informatie over het bezoekersverkeer.
In fase 3 van de Praktijkproef heeft het project Socrates2.0 zogenaamde coördinatiemodellen ontwikkeld. Daarbij is samenwerking op drie niveaus onderscheiden: samenwerken bij het gebruik van data, samenwerken bij het verkrijgen van een gezamenlijk verkeersbeeld en samenwerken om vanuit het gemeenschappelijke verkeersbeeld gecoördineerde maatregelen te nemen. Aan de deelnemende partijen zijn verschillende rollen toebedeeld om het gekozen model operationeel te maken.
Vervolg
In de regio Amsterdam is de samenwerking tussen publieke en private partijen mede dankzij de Praktijkproef geïntensiveerd. De vraag is: hoe nu verder? Kansen en geleerde lessen uit de proeven worden in de regio Amsterdam toegepast bij grootschalige evenementen en werkzaamheden. En het Socrates2.0-consortium bezint zich op voortzetting van het gekozen samenwerkingsmodel ná de Praktijkproef Amsterdam.
Drie fasen in-carproeven van de Praktijkproef hebben daarmee een prima basis gelegd om de publieke en private handen ineen te slaan en de reiziger optimaal, via wegkant en in-car, te begeleiden.
_____
De auteurs
Aafke den Hollander is directeur Rebel Living Mobility. Ze was tijdens de Praktijkproef betrokken als adviseur van gemeente Amsterdam.
Daniël van Motman is expertadviseur Verkeersmanagement bij gemeente Amsterdam.