Om de stad leefbaar en groen te houden, stimuleert Rotterdam het fietsverkeer. Dat werkt natuurlijk alleen als er ook voldoende fietsparkeerplaatsen zijn. De gemeente heeft hiervoor recent een praktisch en concreet uitvoeringsprogramma opgezet. Die moet goed zijn voor ruim 34.000 extra stallingsplekken tot 2040, vertellen de auteurs Bart Christiaens en Sjors van Duren.
Het vertrekpunt voor het nieuwe fietsparkeerprogramma zijn de Rotterdamse Mobiliteitsaanpak, de Visie Openbare ruimte, de Omgevingsvisie en de Rotterdamse Fietskoers 2025. In deze visies stelt de gemeente onder meer dat in de binnenstad fiets, openbaar vervoer en lopen de belangrijkste modaliteiten moeten worden. Dat wordt ondersteund met verschillende faciliterende maatregelen – waaronder een ruim aanbod aan fietsparkeervoorzieningen.
Ambitie: 34.000 plekken erbij
En bij dat ‘ruime’ aanbod is Rotterdam nog lang niet. Uit de laatste telling van 2018 bleek dat de binnenstad zo’n 16.000 fietsparkeerplaatsen te weinig heeft. Op drukke momenten staan er ongeveer 40.000 fietsen in de binnenstad, op straat of in openbaar toegankelijke stallingen. In 2030 zijn er naar schatting ruim 60.000 plekken voor korter en langer parkeren nodig en in 2040 ruim 74.000. Dit zorgt voor een grote druk op de openbare ruimte, want Rotterdam wil een gastvrije, toegankelijke binnenstad waar de bezoeker prettig kan verblijven. In de in april 2021 vastgestelde Fietsparkeerstrategie staat daarom dat er tot 2040 ruim 34.000 stallingsplaatsen bij moeten komen.
Van strategie naar straat
Maar hoe breng je die ambitie naar de praktijk? In opdracht van de gemeente heeft Royal HaskoningDHV allereerst de uitgangspositie in kaart gebracht: het bestaande fietsparkeerbeleid, de tellingen, de drukke locaties, de (technische) fietsontwikkelingen en de groei van het fietsgebruik in Rotterdam. De ruimtelijke kansen en beperkingen, en de kansrijke locaties zijn geïnventariseerd. Ook is bepaald wat de ambitie betekent voor regelgeving, beheer, handhaving, communicatie en financiering.
Daarbij is goed gebruikgemaakt van de Fietsparkeermix van Royal HaskoningDHV, een tool die laat zien welke fietsparkeeroplossing effectief en passend is vanuit het perspectief van de gebruiker. Per locatie kan de parkeerbehoefte immers verschillen: bij een drogist of buurtsuper willen bezoekers vooral snel kunnen stallen, maar bij bijvoorbeeld het station zal er veel meer vraag zijn naar bewaakt en overdekt parkeren.
Met deze analyses als basis is de opgave vertaald in een concreet uitvoeringsprogramma voor fietsparkeren in de binnenstad. Tot 2020 wil Rotterdam 20.700 nieuwe stallingsplekken realiseren en in de tien jaar daarna nog eens 13.400. De investeringskosten tot en met 2030 bedragen ongeveer 45 miljoen euro.
Draagvlak
Uiteraard is de oplossing niet alleen een kwestie van infrastructuur: voor een duurzaam resultaat moet je alle betrokkenen mee hebben. Royal HaskoningDHV bracht daarom de belangrijkste stakeholders bijeen in een klankbordgroep en een gemeentelijke projectgroep. De interacties met en tussen deze partijen leverde het onmisbare draagvlak voor het project, ‘we zijn samen op weg’.
Het resultaat: in hoog tempo naar betere fietsmobiliteit
De komende jaren zet gemeente Rotterdam in op een slimme mix van grotere en kleinere voorzieningen, met focus op bewaakte stallingen, omgeven door een samenhangend beleid voor regelgeving, beheer en handhaving. De fiets krijgt zo een centrale rol in de mobiliteitstransitie in Rotterdam, door de visie en de strategie te vertalen naar concrete plannen en een daadkrachtig implementatieprogramma. Samen met de stakeholders maakt de gemeente de ambitie waar en draagt ze bij aan actieve, gezonde, schone en ruimte-efficiënte vormen van mobiliteit in de stad.
_____
De auteurs
Ing. Bart Christiaens is fietscoördinator bij de gemeente Rotterdam.
Sjors van Duren MSc. is strategisch adviseur Duurzame Mobiliteit bij Royal HaskoningDHV.