In opdracht van de programmadirectie Beter Benutten van het ministerie van I&M heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) mogelijke benuttingsmaatregelen geïnventariseerd. Hierbij is dezelfde integrale en multimodale scope van ‘benutten’ gehanteerd als in het programma Beter Benutten: niet alleen verkeersmanagementmaatregelen, maar ook prijsmaatregelen, reisinformatie enzovoort. Aan de hand van een literatuurstudie is vervolgens een inschatting gemaakt van de effecten van de maatregelen op de files op het hoofdwegennet. Fons Savelberg en Jaap Anne Korteweg van het KiM lichten de uitkomsten van de studie toe.
In het onderzoek is niet alleen gekeken naar benuttingsmaatregelen ‘direct op de weg’, het bekende netwerkmanagement. Nadrukkelijk zijn ook fiscale maatregelen, prijsprikkels, mobiliteitsmanagement, ov-dienstverlening, logistiek, knooppuntontwikkeling, reisinformatie en ruimtelijke ordening meegenomen. Om van deze zeer uiteenlopende maatregelen in te kunnen schatten wat het effect is op de doorstroming, en dan specifiek voor het hoofdwegennet, is bestaande literatuur onderzocht. Uiteraard stuit je tijdens zo’n metastudie op verschillende typen onderbouwing. De beste effectbepalingen zijn ex-post evaluaties met daadwerkelijk vastgestelde effecten, maar vaak zijn enkel modelschattingen of andere ex-ante studies beschikbaar. Waar geen gedocumenteerde effectbepaling beschikbaar was, heeft het KiM een eigen inschatting gemaakt. In de rapportage is de bron van de onderbouwing transparant aangegeven.
Algemene resultaten
Op basis van het onderzoek is een onderbouwde inschatting te maken van de verkeerskundige effecten. Dat levert interessante inzichten op. Zo scoren vier maatregelen het beste wat het reduceren van de files op het hoofdwegennet betreft. Allereerst is er de netwerkbrede aanpak en gecoördineerde inzet van lokale dynamische-verkeersmanagementmaatregelen – netwerkmanagement dus. Ook goed scoren enkele financiële (fiscale) maatregelen: het afschaffen van de fiscale vrijstelling voor woon-werk- en zakelijk verkeer; het dynamiseren van autoverzekeringspremies; en accijnsverhoging met 25% met gelijktijdige verlaging van de vaste lasten. Elk van deze vier maatregelen zorgt ervoor dat de files op landelijke schaal 10-15% afnemen.
Maar er zijn meer benuttingsmaatregelen die de files op het wegennet helpen reduceren. Goed voor een reductie van 5-10% zijn een brede uitrol van lokale dynamisch-verkeersmanagementmaatregelen; een uitbreiding van betaald parkeren; een verruiming van de fiscale vergoeding voor telewerken, carpoolen en gebruik van openbaar vervoer en fiets; en het stimuleren van navigatieapparatuur met reistijdinformatie.
Andere onderzochte benuttingsmaatregelen dragen in iets mindere mate bij, maar zijn toch nog goed voor filereducties tot soms 5%. Het overgrote deel van deze maatregelen ligt op de terreinen goederenvervoer en logistiek, openbaar vervoer, ketens en knooppunten, ruimtelijke ordening, reisinformatie en mobiliteitsmanagement.
Benutten wegcapaciteit
Laten we voor NM Magazine kort inzoomen op de twee genoemde DVM-maatregelen, het netwerkmanagement (netwerkbrede aanpak en gecoördineerde inzet van lokaal instrumentarium) en de brede uitrol van lokale maatregelen. Beide vallen onder het thema ‘beter benutten van de bestaande wegcapaciteit’. Deze zijn effectief gebleken, onder de kanttekening dat de specifieke effecten sterk afhankelijk zijn van lokale condities en het tijdstip waarop ze worden ingezet. Ook de organisatie en samenwerking tussen wegbeheerders zijn belangrijke voorwaarden voor succes.
De tabel laat zien welke maatregelen binnen dit thema in het onderzoek de revue zijn gepasseerd. Elke ‘plusje’ staat voor een bijdrage van zo’n 5% aan de filereductie op het hoofdwegennet.
Van het nieuwe wegkantgebonden instrumentarium zoals de zogenaamde dWiSta (bewegwijzering met een geïntegreerd dynamisch route-informatiegedeelte) is vooralsnog geen effect op de files te geven.
Veel van de ICT-systemen in voertuigen, zoals systemen die in de rijtaken interveniëren, zijn weliswaar technisch beschikbaar, maar er zijn er tot 2020 nog te weinig van om tot meetbare effecten te leiden. Dat zal in de periode daarna veranderen.
Van de maatregel ‘dynamische maximumsnelheden’ kunnen geen eenduidige effecten worden vastgesteld. De praktijkproeven met dynamische maximumsnelheden in de range 60-120 km/uur hebben positieve effecten op de files laten zien, maar van de maximumsnelheden boven 120 km/uur zijn in Nederland eenvoudigweg nog geen effecten bekend. De effecten van dynamische snelheden zijn overigens sterk afhankelijk van de manier waarop deze maatregel wordt geïmplementeerd: welke plaatsen en tijdstippen, en de mate van handhaving.
Samenhang, kosten en gedragsaspecten
Veel van de onderzochte maatregelen hangen met elkaar samen. Daardoor kunnen de effecten van twee of meer maatregelen die tegelijk worden ingevoerd elkaar versterken – of verzwakken. Onze inschatting is dat deze interactie over het algemeen gering is. Dit geldt echter niet wanneer meerdere maatregelen op de vervoersvraag inwerken, bijvoorbeeld bij fiscale- en prijsmaatregelen in combinatie met maatregelen waarmee de wegcapaciteit beter benut wordt.
Als we globaal naar de kosteneffectiviteit van de maatregelen kijken, leidt dit tot een andere rangorde van maatregelen. Het begrip ‘kosten’ betreft hierbij de kosten voor de overheid. Het afschaffen van de fiscale vrijstelling voor het woon-werk- en zakelijk verkeer, de accijnsverhoging met gelijktijdige verlaging van vaste lasten en de uitbreiding van betaald parkeren scoren dan het best.
Een laatste punt dat tijdens het onderzoek naar voren kwam, is dat het aspect gedrag een bepalende factor is. Anders gezegd: toepassing van gedragskennis kan de effectiviteit van en het draagvlak voor maatregelen vergroten. Dat geldt bijvoorbeeld bij het aanbieden van reizigersinformatie. Timing van aanbieding van de juiste informatie en een uitleg wat de reiziger er voor zijn specifieke situatie op dat moment mee kan, zijn voorwaarden voor een verandering in reisgedrag.
Bruikbaarheid voor beleid
Tegelijk met de onlangs verschenen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte heeft minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen een brief aan de Kamer gestuurd over het programma Beter Benutten [zie de voorgaande pagina’s – red.]. Daarin krijgen twee aspecten de nadruk: een betere spreiding over de dag in het gebruik van het hele netwerk en het optimaliseren van de beschikbare capaciteit van de infrastructurele netwerken. Hierbij gaat het niet alleen om de infrastructuur voor de auto, maar ook om andere modaliteiten. Het onderzoek van het KiM sluit hier op aan en laat zien dat behoorlijk positieve effecten mogelijk zijn met een betere benutting van het verkeers- en vervoerssysteem. De uitkomsten van het KiM bieden goede aanknopingspunten voor gerichte keuzes van uiteindelijk te implementeren maatregelen.
Het complete rapport ‘Slim benutten: bereikbaarheidsmaatregelen op een rij’ kunt u hier downloaden.
____
De auteurs
Fons Savelberg en Jaap Anne Korteweg zijn onderzoekers bij het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).