Op het moment dat we dit schrijven hebben we nog altijd een demissionair kabinet-Rutte II. Maar de gang lijkt er nu aardig in te komen, dus binnen niet al te lange tijd is Nederland een nieuw kabinet rijker, inclusief een nieuwe minister van Infrastructuur en Milieu. Dat is een mooi moment om vanuit het vakgebied een geluid te laten horen, vonden we. Wat gaat er goed en wat kan er beter? We kwamen tot een hoopvol lijstje aandachtspunten waarmee het aanstaande kabinet wat ons betreft vandaag al aan de slag kan.
Wie de nieuwe minister van Infrastructuur en Milieu wordt, weten we nog niet. Wel is duidelijk dat het niet Melanie Schultz van Haegen wordt. Zij kondigde in mei 2016 al aan dat ze het na vijf kabinetten wel mooi geweest vond. “Dit is een prachtige en eervolle baan,” vertelde ze in een interview met het AD, “maar het is tijd voor nieuwe mensen op het ministerie van Infrastructuur en Milieu.”
Dat laatste klinkt als: het is tijd voor nieuwe accenten, nieuwe ideeën en nieuwe energie. Die woorden leken toen, net na haar succesvolle optreden tijdens het EU-voorzitterschap van Nederland, misschien wat al te bescheiden. Maar inmiddels zijn we een wel erg lange formatieperiode verder en kan niemand ontkennen dat het inderdaad tijd is voor iets nieuws. De vraag is alleen: op welke nieuwe accenten zitten we als vakgebied Verkeer en Vervoer te wachten?
Daar staan we op de komende pagina’s bij stil. We blikken kort terug op de stempel die Schultz met zeven jaar beleid heeft gedrukt. Maar we kijken vooral vooruit naar de komende (kabinets)periode en benoemen welk wensenlijstje – wat moet hetzelfde blijven, welke nieuwe impulsen lijken nuttig – we graag aan de nieuwe minister meegeven. We hebben hiervoor ons oor te luisteren gelegd bij onze partners en bij enkele prominenten uit het vakgebied.
Bouwen, benutten, innoveren
Onder Schultz’ voorganger Camiel Eurlings waren bouwen, benutten en beprijzen de pijlers onder het verkeer- en vervoerbeleid. Schultz liet beprijzen echter meteen na aanvang vallen en koos voor bouwen, benutten en innoveren.
Wat bouwen betreft zette ze de lijn voort van Eurlings: geen heel grote projecten, maar wel gericht ‘lucht’ creëren in het netwerk met extra rijstroken en nieuwe schakels, zoals de A4 tussen Delft en Schiedam. Voor het benutten tuigde Schultz in 2011 het programma Beter Benutten op, in 2014 gevolgd door Beter Benutten Vervolg. Beide programma’s zijn tot nu toe goed voor enkele honderden projecten op het gebied van verkeersmanagement, verkeersinformatie, mobiliteitsmanagement (spitsmijden) en logistiek.
Maar daarnaast was er dus de specifieke aandacht voor innoveren, enerzijds omdat ze daarmee snel hoopte te profiteren van de doorstromings-, leefbaarheids- en veiligheidsbeloften van nieuwe technologie, anderzijds omdat ze de BV Nederland extra hoopte aan te zwengelen. Ze zette met publieke-private projecten, pilots en samenwerkingsverbanden flink in op smart mobility: in-car verkeersinformatie en verkeersmanagement, connected technologie, coöperatieve technologie en vooral ook de automatisering van voertuigen. “Nederland wordt testland voor zelfrijdende voertuigen”, beloofde ze begin 2015.
Aandachtspunten
Waar heeft dit beleid van bouwen, benutten en innoveren ons gebracht? Om met het laatste te beginnen: Nederland had dankzij onder meer brainport Eindhoven-Helmond al een goede smart mobility-uitgangspositie, maar die is onder Schultz zeker verstevigd. Volgens de eerste Automotive Disruption Radar (april 2017) van het Duitse adviesbureau Roland Berger heeft Nederland momenteel de beste papieren voor een “smooth transformation towards the new automotive world” van elektrisch en automatisch rijden.
Het punt is wel – en daarmee zijn we vanzelf beland bij ons wensenlijstje – dat het beleid gericht op bijvoorbeeld dat automatisch rijden vooral een kwestie van zaaien is en dat de race nog (lang) niet gelopen is. De nieuwe minister zal de lijn van innovatieve ontwikkelprojecten, pilots en testbedden dan ook moeten vasthouden en de aanpak waar mogelijk verfijnen, wil Nederland ooit de vruchten van die automotive world oogsten. Zie ook het artikel van Frans van Waes en Herman van der Vliet. Het inspelen op alle ontwikkelingen, eisen, verrassingen en kansen van die nogal onzekere toekomst vereist bovendien een andere benadering van het (langetermijn-) plannen, aldus Vincent Marchau.
Verder hebben we ook gewoon te maken met de bereikbaarheid van nú (en met de leefbaarheid en de verslechterende verkeersveiligheid van nu – zie voor dat laatste punt de bijdrage van Peter van der Knaap). Hoe staan we er op dat punt voor? In de periode 2010 tot 2014 ging het Schultz flink voor de wind: ondanks een licht groeiende verkeersomvang daalden de filezwaarte en het reistijdverlies op het hoofdwegennet die jaren fors. Dat was aantoonbaar te danken aan bouwen en benutten. Het KiM identificeerde in 2013 de factoren die (tot dan toe) het reistijdverlies hadden bepaald en alleen al de extra rijstroken waren verantwoordelijk voor een 34% afname. Ook ‘benutten’ droeg met verkeersmanagement (effect op reistijdverlies: 3%) en mobiliteitsmanagement (telewerken, -2%) bij.
De vraag is echter hoelang we het met bouwen en benutten alleen uithouden. De doorstromingssuccessen werden geboekt in een tijd van economische recessie. Toen de economie in 2015 en 2016 weer aantrok en daarmee ook de verkeersdruk harder groeide, gingen de filezwaarte en het aantal voertuigverliesuren weer vlot omhoog. Het is inmiddels niet de vraag of maar wanneer we terugkomen op het niveau van filejaar 2007. Nog meer infrastructuur aanleggen kost tijd, is duur en is vanuit het oogpunt van leefbaarheid en duurzaamheid bepaald geen eerste keus. Het bestaande wegennet beter benutten blijft de logische keuze, maar een té efficiënt gebruik van het wegennet heeft ook z’n nadelen, legt Serge Hoogendoorn in zijn bijdrage uit. Dus dan gok je voor substantiële verbeteringen wel heel erg op de snelle inlossing van de smart mobility-beloftes.
Wat dat aangaat kan de afwijzing van beprijzen het kabinet de komende jaren flink opbreken. De ‘kilometerheffing’ is immers niet slechts een alternatieve manier van belasting innen, maar vooral een kosteneffectief en heel krachtig instrument om het verkeer beter over het netwerk en over de tijd te verdelen. Zie ook de bijdrage van Erik Verhoef. De kabinetten-Rutte hebben beprijzen tot nu toe wel erg hard genegeerd: er is rond wegwerkzaamheden hooguit gewerkt met belonen, maar verder loopt er geen projectje, hoe klein ook, rond (de organisatie, uitvoering, voor- en nadelen van) beprijzen. De komende minister zou er verstandig aan doen de deur op z’n minst op een kier te zetten, om straks niet achter de filefeiten aan te lopen. Meer investeren in kennis en ervaring zou bovendien de BV Nederland de kans geven Europees te vermarkten kennis, diensten en producten te ontwikkelen.
Vergeet de stad niet
Duidelijk is ook dat de stedelijke mobiliteit de komende jaren veel aandacht verdient. Niet alleen de bereikbaarheid staat onder druk – de steden slibben dicht – maar ook de leefbaarheid (luchtvervuiling, geluid) en verkeersveiligheid (grote fietsstromen, snelle e-bikes op de weg enzovoort). In NM Magazine 2016 #4 wijdden we het hoofdartikel aan dit complexe dossier. Wat hopen we op dit vlak van het kabinet? Lees hierover het artikel van Jaap van Kooten e.a.
In die steden, maar ook op het platteland met dunnere vervoerstromen, zal een ontwikkeling als Mobility as a Service, MaaS, een belangrijke bijdrage aan de bereikbaarheid kunnen leveren. Dit thema had al de aandacht van de minister en de staatssecretaris, maar de komende jaren zal MaaS naar verwachting een vlucht gaan nemen. Gezien de complexiteit en reikwijdte ervan zal overheidsregie essentieel zijn, zoals Henk Meurs in zijn opiniestuk betoogt.
Tot slot
Er is de afgelopen zeven jaar veel gebeurd en veel bereikt, waarbij met name de successen op het gebied van innovatie een mooi vertrekpunt voor de nieuwe minister vormen. Ook op het vlak van bereikbaarheid laat Schultz het land achter met een (nog) positief saldo. De verkeersvraag blijft echter groeien en het speelveld lijkt complexer, onzekerder en uitdagender dan ooit. Het gebrek aan slagkracht baart hierbij zorgen: kunnen we wel zonder beprijzen?
Wat dat aangaat zal de nieuwe minister de komende jaren hard aan de bak moeten. In de afgelopen kabinetsperioden zijn de banden tussen publiek en privaat verder aangehaald – ook die credits geven we Schultz graag – en dat is een mooie basis om op verder te werken. Zoals de bijdragen op de komende pagina’s laten zien is er aan ideeën en suggesties in ieder geval geen gebrek. Het vakgebied is er klaar voor!
#NieuweMinisterIenM
NM Magazine vroeg haar partners om tips en suggesties voor de komende minister. Een deel daarvan komt terug in de artikelen in NM Magazine 2017 #2. Maar omdat we lang niet alles in artikelen konden vervatten, hierbij een kleine bloemlezing, als antwoord op onze vraag: waar moet de minister vooral op gaan letten?
#HOLISTISCH
Bij het formuleren van onze doelen zijn we nog te veel gefocust op doorstroming en autoverkeer. We moeten naar een meer integrale aanpak voor bereikbaarheid én leefbaarheid én duurzaamheid én verkeersveiligheid, gericht op álle modaliteiten.
#WETTEN
Maak toetsbare wetgeving. Niemand zit te wachten op geluidswetgeving die doet alsof je alles heel precies kan meten, maar waarbij je in feite een grove schatting doet op basis van metingen met onnauwkeurigheden.#FIETS
Als we niet alleen kijken naar bereikbaarheidsvoordelen maar ook naar de gezondheidsvoordelen, dan is de economische impact van de fiets ineens een paar factoren groter. Neem de fiets daarom als volwaardige modaliteit mee in smart mobility-concepten voor een gezonde, vitale en veilige stad.
#BUSINESS
Het is mooi als de overheid investeert in innovatie, maar jammer als bedrijven dit niet kunnen of willen integreren in hun road map. Denk daarom goed mee over levensvatbare businessmodellen. Geef bedrijven een grotere rol bij uitvoerende taken op het vlak van mobiliteit (MaaS) en verkeersmanagement (VMaaS).#DURFTEFALEN
We leren van onze successen, maar ook van onze mislukkingen. Welk probleem werd onderschat? Waarom pakte het niet zo uit als vooraf gedacht? Dat zijn prachtige lessen, maar de PR-machine verhindert vaak dat daar open over wordt gecommuniceerd. Daarom: durf te falen!
#ONTSCHOTTEN
Om MaaS-concepten een eerlijke kans te geven is het ontschotten van segmenten taxi, sharing, bus, trein essentieel. Dit kan onder meer door het flexibiliseren van de regels en financieringsstromen.
#DENKGROOT
Denk bij het opzetten van pilots en projecten minimaal regionaal – en liefst landelijk, Europees of wereldwijd. Is er reële kans dat de oplossing daar echt kan landen? Mooi, doorgaan dan.#BENENOPDEGROND
Sturen op mooie vergezichten van zelfrijdende auto’s in 2050 zou gezien de problemen nú niet verstandig zijn. Kies daarom voor transitiepaden die ook in de tussentijd leiden tot een positieve bijdrage, ook al zou dat het eindbeeld veranderen.#BASISOPORDE
Al die aandacht voor innovatie is mooi en belangrijk, maar let er wel op dat het functioneel onderhoud van onze huidige verkeerssystemen niet onder druk komt te staan. Zorg dat de basis op orde blijft, want daarmee is op relatief goedkope manier veel reductie in voertuigverliesuren te behalen.#OPLEIDING
De introductie van C-ITS zorgt voor nieuwe taken en vergt nieuwe skills bij wegbeheerders. De veranderingen liggen op het vlak van techniek (nieuwe standaarden, security, privacy), organisatie (innovatief partnerschap) en beheer (de verkeersmanagementketen wordt uitgebreid). Om niet afhankelijk te worden van een handjevol superexperts, moet er geïnvesteerd worden in opleiding.#OV
Door de snel toenemende druk op de stad, is investeren in (duurzaam, efficiënt) OV hard nodig. Stimuleer daarom de innovatiegolven elektrificering, automatisering en sharing. Zorg ook voor betere verkeersregelingen en prioriteit voor een (veilige/betrouwbare) afwikkeling OV in de stad.#VERKEERSVEILIGHEID
Omdat gedrag van de weggebruiker een elementair onderdeel is van de verkeersveiligheid, is het van belang dat de verkeerssystemen zich naar verwachting van de weggebruiker gedragen. Standaardisatie op Europees niveau is dan ook essentieel – vooral ook van alle nieuwe (C-) ITS-toepassingen.#DUURZAAMHEID
Stimuleer duurzame reisvergoedingen en duurzaam mobiliteitsbeleid bij werkgevers. Onderken de mogelijkheden van beprijzen om duurzame mobiliteit te stimuleren.